zaterdag 10 augustus 2013

Denemarken 2011



In de zomer van 2011 fietsen we in Denemarken. We volgen voornamelijk de Deense Oostzeeroute. In de beschrijving van de Deense VVV:
"Het eilandengebied in het zuiden van Denemarken is één van de meest attractieve fietsgebieden van Denemarken. Het landschap is een mozaïek van zeeblauwe fjorden, baaien, eilandjes, schiereilandjes en groene velden. Het gebied is licht glooiend en biedt voortdurend mooie vergezichten. Het klimaat in deze streek is doorgaans vrij zacht."
En dat gaan wij controleren. 

In de trein / 60.83 – 15.9 / zaterdag 09.07
Vanmorgen rond 9 uur per fiets naar Utrecht vertrokken omdat we anders vanwege werkzaamheden aan het spoor via Nijmegen zouden moeten reizen. Met rugwind arriveren we om 12.30 uur in Utrecht waar we Chinees willen eten. Het gedachte restaurant blijkt echter veranderd in een sushitent hetgeen ook lekker is. Om 15 uur vertrekken we met de trein naar Amsterdam waar we vanwege het vroege aankomstmoment onze jaarlijkse koffie bij Loeki's zus nuttigen; zo komen we nog eens op bezoek. Onze City Nightline komt ruim op tijd binnen zodat we op ons gemak fietsen en bagage kunnen inladen: we blijken te beschikken over een comfortabele 3-persoonscoupé. Na wat bier en kaas, een mens moet tenslotte goed voor zichzelf zorgen, gaan we rond de klok van elf te bed.


Kopenhagen / 16.42 – 13.4 / zondag 10.07
Om 7 uur worden we wakker, blijkbaar nog in een werkritme. Tot onze vreugde behoort een ontbijtje bij de dienstverlening van de City Nightline, hetgeen we wegwerken onder de aanblik van het Deense landschap: redelijk vlak, soms wat glooiend is de eerste indruk.
 
Dat zal later in de vakantie nog anders worden. Later veel water, bruggen, een tunnel. Om 11 uur komen we aan in Kopenhagen, de vakantie is echt begonnen. Onze eerste gang is naar de geldautomaat (waarom deden de Denen niet mee aan de Euro?) en mijn GPS doet ons rond half een op de camping Bellahoj in een buitenwijk met uitzicht op flats belanden. We kunnen ruim kiezen waar onze tent op een grote grasvlakte neer te zetten waarbij onze keuze later toch boven op een mierenhoop blijkt te zijn. Gelukkig geen agressieve beestjes, alleen heel veel. Tijd voor een middagdutje (wie kan er slapen in een trein?) en daarna in het centrum van Kopenhagen een beetje kris kras door de stad gedwaald. Het blijkt de laatste dag van Copenhagen Jazz week, dus we amuseren ons uitstekend. Het bier blijkt prijzig maar prima te drinken (dat zal de hele vakantie zo blijven). Uitstekende pizza, cola en espresso genuttigd in een onaanzienlijk keldertje (we zijn immers lid van het Bossche Keldergenootschap) en daarna terug naar de camping waar we de avond voor de tent doorbrengen. We zijn onder de indruk van de fietsvoorzieningen en de grote aantallen fietsers in de stad. Sommige straten doen ons denken aan Oost-Duitsland: breed, recht en gelardeerd met niet altijd even nieuwe stapelbouw. Het centrum is afwisselend, met veel bouwprojecten aan straten en huizen.


Kopenhagen / 15.81 / maandag 11.07
De mooie dag van gister zet zich voort: om half acht worden we de tent uitgebrand. We halen verse broodjes op de camping en vertrekken naar het centrum waar we onze fietsen parkeren bij het nieuwe toneelhuis. Hier beginnen we te wandelen richting Kleine Zeemeermin. Onderweg passeren we nog wat kerken en Amalienborg, het koninklijk paleis, waar gewapende wachtlopers toeristen van de stoep vegen, en volgens zeggen de mooiste fontein van Denemarken: de Gefion fontein. Bij de Kleine Zeemeermin, die overigens groter is dan ik dacht, zijn we vanzelfsprekend niet alleen. Later ontdekken we ook nog een forse genetisch gemodificeerde zeemeermin en een Picasso-achtige zeemeermin. We verbazen ons over de omvang van een particulier Amerikaans jacht en de formidabele cruiseschepen aan de terminals. ’s Middags een hoosbui op een kazerneterrein (Kastellet). Onder een portiekje nuttigen we onze broodjes en raken even later alsnog doorweekt als we iets te snel doorlopen. Opgedroogd in de zon in het park ( Kongens have) van het Rosenborg slot, een Nederlands Renaissance paleis waar ondermeer de Deense troonjuwelen worden bewaard. ’s Avonds Wiener schnitzel à la Chinoise gegeten in de Kartoffelkeller. De kazerneachtige bebouwing en de ietwat steriele kaal/keurigheid van de stad doen ons het Deens design beter begrijpen. Overigens besluiten we de musea te laten wachten op onze terugkeer aan het einde van de vakantie. Loeki en ik komen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat de uiterlijke schoonheid van de bevolking, met uitzondering van de haarkleur, niet erg afwijkt van de Bossche.


Vråby-Hårlev / 78.96 – 15.5 / dinsdag 12.07
Iets te vroeg opgestaan (Arno tenminste) begint onze fietstocht om 8.45. Na 50 rode verkeerslichten in Kopenhagen rijden we via een fraaie weg het open polderlandschap in, aanvankelijk kleine weggetjes zodanig ingebed tussen bebouwing en snelweg dat het lijkt alsof je midden in de natuur aan het fietsen bent. Vandaag is een rustige, warme, soms wat benauwde dag waarbij de wind voor wat afkoeling zorgt. Rond Købe komen we op rustige
binnenwegen. In Kirkesund blijkt in een kleine kerk een orgelbouwer bezig te zijn met het bouwen van een voor hem eigenlijk te groot zestien-stemmig orgel. Bier op een terras in Købe en we besluiten onze nacht door te brengen op een plek uit het boekje Overnatning i dit fre. Onze routekeuze (langs de kust of door het binnenland) wordt bepaald door een mevrouw van het Toeristen informatie bureau (binnenland) die ook zorgt voor een Deense vertaling van de richtingaanwijzingen. Aangekomen op het adres worden we geholpen door de overbuurvrouw omdat de eigenaren zelf op vakantie zijn. Voorzieningen: een losse teil met drinkwater en een emmer als toilet: niet helemaal Loeki’s idee van een verzorgd adres. We koken onze spaghetti tussen de buien door. Mijn camera blijkt vandaag zichzelf te hebben volgeschoten met zwarte plaatjes, een lege accu tot gevolg hebbend. Gelukkig heb ik er nog twee. Oogst aan wilde dieren vandaag: twee vossen.


Stege / 70.13 – 14.5 / woensdag 13.07
Vandaag bijna de gehele dag door een golvend landschap gereden; de hellingen zijn niet lang, maar soms erg verraderlijk. Wel mooi, al laat zich dat moeilijk op foto vastleggen; door de hoogteverschillen krijgen we fraaie vergezichten. De kerken die we passeren zijn ook mooi; een ervan is voorzien van boeiende fresco’s. Het weer: vannacht regen, droog ontbeten, regen. Om 14.oo u. droog, maar hevige winden opzij en tegen. Denemarken blijkt een rustig land: pas tegen twee uur in de middag passeerden we een winkel waar brood te krijgen is. Gelukkig waren de ochtendeieren voldoende vullend om tot dit tijdstip te overleven, ook al door de aanvulling met een reep chocolade die we nog voorradig te hebben.
De sterkte van de wind noopt ons de 1200 meter lange brug naar Møn te voet over te steken. Fietsen is onmogelijk, we worden bijna van de brug afgeblazen. Hierna op een onplezierige manier, op het randje van een drukke weg, in de weer neerstortende regen verder gefietst. De camping in Stege blijkt nabij en we houden het voor gezien. Het eten: wederom spaghetti, we hebben nog over van gisteren, maar nu in een vegetarische variant. De meegenomen tarp is onze redding: we kunnen in de luwte van een rij bomen droog koken, eten en drinken.


Stege / 51.50 – 14.9 / donderdag 14.07
Vannacht noodweer: zware regen en harde wind. Onder ons reservezeil nuttigen we ons ontbijt wel droog. Om 10 uur regent het nog steeds, maar we gaan naar Møns Klint, 8 kilometer kalkrotsen en een erg scenische omgeving volgens ons gidsje. Bij onze eerste stop, in de regen koffiedrinkend, zien we een bordje: Elemunde. Check: weer een kerk met fresco’s. We blijven ons overigens verbazen over de fraai aangelegde kerkhoven; het lijkt ons een genoegen er zo verzorgd bij te liggen. Ook hier weer een biblia pauporum in beeld. De route is schitterend, ondanks tegenwind en het stijgende landschap. Om 12 uur wordt het droog, hetgeen de net als overal elders alom aanwezige kamille in onze neuzen doet geuren. Borre, van de Nachtzwarte Kat, blijkt in werkelijkheid geen hond maar een miniem Deens dorpje. We passeren ook Liselunde Slot. Aanvankelijk denken we dat het alleen een hotel is maar even later blijkt het een compleet park, met leuke bouwsels zoals het Schweizerische Haus, andere bouwsels, waaronder een als een Polynesische hut vermomde ijskelder, en een uitgebreid park met aangename waterpartijen. Hans Christian Andersen bracht hier vakanties door. Via een amper verharde weg komen we aan bij de parkeerplaats van Møns Klint. Hier treffen we aan: erg veel Duits publiek, een Geocenter dat we niet gaan bezoeken en een scala aan wandelpaden. Het pad dat wij nemen blijkt werkelijk fantastische uitzichten te bieden: op spierwitte rotsen en een turquoise zee die zijn kleur krijgt door het oplossen van de kalk in het water.
We krijgen er geen genoeg van maar rijden uiteindelijk toch door en arriveren nog juist op tijd in Kelby (we krijgen exact de 5 minuten respijt waar we volgens het bordje nog recht op hebben) om de derde kerk met fresco’s te bewonderen en fotograferen. Ze lijken alle van dezelfde hand, maar daarover is op dit moment geen informatie te verkrijgen. Na te zijn teruggewaaid nemen we nog een bier op de camping (anders moet dat morgen weer mee in de fietstas) en gaan eten bij Støberiet, waar we even moeten wennen aan het bestellingsysteem. Uiteindelijk blijkt het een soort zelfbediening: in een slagerij meld je je aan, wijst aan wat je wilt eten en je krijgt ook een sleutel om naar believen zelf drank te tappen. Als het eten is bereid wordt het wel naar je tafel gebracht. Dk 500 (€ 37) voor 2 maaltijden; voordeliger zullen we in Denemarken niet meer eten. En dat allemaal omdat de gegevens in onze Rough Guide, niet voor het laatst zal later blijken, niet meer blijken te kloppen: het aanbevolen restaurant bestaat niet meer en in het aanbevolen café is het aanbod van bieren dramatisch gekrompen.

Nykøping F/Sundby / 79.84 – 14.9 / vrijdag 15.07
Droog ontbeten, maar bij vertrek moeten de regenbroeken weer aan. Vandaag befietsen we 4 eilanden: Møn, Bogø, Falster en Lolland. Op Møn passeren we, nadat we de hoop al bijna hebben opgegeven en via bospaden met volgelopen kuilen in slecht onderhouden asfalt hebben gezocht uiteindelijk toch nog de laatste beschilderde kerk in Farefjord. We weten vanaf nu dat Skove het Deense woord is voor bos en niet immer naar de plaats zelf leidt. Van hieraf de dam/brug over naar Bogø. Leuk, maar de zeespiegel moet geen meter stijgen want dan loopt het hier, net als vele andere delen van Denemarken, wel onder water. 15 Minuten later zijn we het eiland overgestoken en hebben nog precies tijd voor koffie en hotdog alvorens in te schepen op het schattige pontje naar Stubbekøbing. Hier vinden we weer een geldautomaat (ik weet pas na de vakantie hoeveel Euri Dk 2000 zal zijn), bezoeken nog een kerk en laden twee boodschappentassen vol. En het wordt droog (13 u) en we lunchen met een mooi uitzicht over Bogø en de dam. Het landschap verandert: we fietsen een tijdlang over halfverharde paden langs de zee waarbij we genieten van het uitzicht. Na de bossen komen de vakantiehuisjes (vakantiehuizen, Denen doen hier niet aan kleine optrekjes) langs de Falster stranden, net als over alle andere ruim voorzien van Deense vlaggen en wimpels; het rood en wit wappert overal om je oren. Nabij Sundby zetten we onze tent op een Oidf aan het water; volgens Loeki erg primitief (het toiletgebouw kent een plonsbak en nogal wat vliegen, de lucht is bijna bruin), volgens Arno wel lekker rustig. De tent staat net als er een stortbui losbarst, maar we kunnen later wel buiten eten. Al met al een dag die wat langer uitvalt dan gepland. We ervaren het een beetje als een probleem dat het landschap en omgeving eigenlijk vragen om goed weer: cultuur is, buiten het ruime aanbod aan kerken minimaal en veel meer dan zee en zon wordt niet aangeboden; in al die regen verdwijnen uitzichten en is het lastig een goede koffiepauze in te lassen. Maar we gaan dapper door.

Kragenǽs / 55.54 – 16.1 / zaterdag 16.07
Vanmorgen ontwaken we in een warme tent. We wassen ons met Oostzeewater (de Ortlieb-teil is werkelijk een van onze beste aankopen ooit) in onze openluchtbadkamer. Boodschappen in Sakskøbing. In Maribo willen we de dom bekijken maar blijkt onze route ons buiten de stad om te hebben geleid en we hebben geen zin terug te fietsen. Als troost weer een hotdog, net als gisteren, maar dan heel wat groter. Gisteravond hebben we gezien dat we keurig op een snel schema liggen, de reden om te stoppen op deze havencamping in Kragenǽs. We willen vandaag een korte route doen naar Langeland, het volgende eiland, om, als het weer zo mooi blijft als vandaag (warme wind, zon) een rustdag te nemen. Na het eten nog even naar de feesttent en kermis. Een hele belevenis: werkelijk iedereen uit het dorpje is aanwezig, van jong tot oud, van nuchter tot beschonken, van netjes tot merkwaardig verkleed, onder het genot van een van de slechtste bands die we ooit hoorden. Geen probleem overigens, ze zingen alles in het Deens, tot genoegen van het meezingende publiek.


Spodsbjerg / 46.58 – 14,6 / zondag 17.07
Na de stralende dag van gisteren klettert vanaf 4.30 uur de regen op de tent, die onafgebroken zal doorgaan tot 12.30 uur. Onze matrasjes blijven daarom langer belegen liggen en de zozeer gewenste eieren worden in de regen gebakken. We vertrekken pas 11.00 uur. Zondag is een merkwaardige dag in Denemarken: het maakt het nog moeilijker onderweg aan koffie te komen in Naskov, waar trouwens ook de grootste kerk ter plaatse uitsluitend op zondag is gesloten. Gelukkig treffen we treffen we wel een geopende bakker zodat onze koeken veilig kunnen worden gesteld.
De veerboot naar Langeland blijkt slechts een uitgang te hebben, zodat hij achteruit moet insteken; dit wordt een dag waarop we aanzienlijke afstanden achteruit zullen varen. Lunch aan boord (wederom hotdog, het wordt langzamerhand routine) en eenmaal van boord boarden we op de eerste droge camping die we tegenkomen (de laatste van drie, de overige zijn bijna bevaarbaar). We overwegen voortaan uitsluitend in de regen te fietsen en te stoppen zodra het droog wordt. Om half vier staat de tent en kopen we ruim onbekend bier in. Een aangename dag verder dus.


Longelse / 75.17 – 15.6 / maandag 18.07
Dit is de dezelfde camping als de vorige, maar de plaatsbepaling tussen twee plaatsnaamborden is niet geheel duidelijk. Geen verplaatsing derhalve. Na een nacht waarin op een doodstille camping de oude buurman midden in de nacht met een felle zaklantaarn zijn boot gaat bewerken, waar hijzelf blijkbaar zo doof van wordt dat hij de volgende ochtend zijn wekker niet hoort, branden we ’s morgens de tent uit. We besluiten niet de route naar het Noorden te befietsen maar het Zuidelijk deel van het eiland te bezoeken. Hoewel de Rough Guide het allerminst met ons eens is, is dit een aangename tocht met op de heenweg nogal wat tegenwind. Onderweg geven we een van onze touristenkaarten van Denemarken aan twee jonge mensen met een baby van acht maanden in een fietskar die tot nu toe op gevoel en gratis kaartjes navigeren. Nu kunnen ze in ieder geval de grote fietsroutes vinden. We proberen een kustweggetje te vinden en zijn daarbij genoodzaakt ons door 200 meter struikgewas te wurmen. Eindelijk een echt avontuur! Koffie drinken we in Skovgaarde Castle, een biologisch voorlichtingscentrum.
Het aanpalende museum negeren we, evenals het iets verderop gelegen Forten museum. Uiteindelijk belanden we in Bagenkop, waar we lunchen met op tafel zalmsandwich, visballetjes en bier, voor ons de haven en achter ons een nettenboeter. Hierna weer richting tent, deels langs een natuurreservaat dat we nog even vluchtig aanschouwen. Later een heftige bui, storm als rugwind en in sneltreinvaart arriveren we in Rudkøbing. Eindelijk een schattig plaatsje, vol leven. We eten bij Efes (net als thuis, maar met andere prijzen) waarna we na een half uurtje fietsen om 21 uur op de camping arriveren. Een welbestede rustdag ….

Ommel / 25.84 - 14.2 / dinsdag 19.07
Vandaag de hele dag zonnig. Om 10.30 uur in Rudkøbing waar de fietsenmaker de bestelde remblokjes nog niet heeft ontvangen. We besluiten er niet op te wachten, mede omdat we alle stenen en panden ter plaatse wel hebben gezien, gokken erop dat op het volgende eiland we wel iets kunnen vinden en gaan om 12 uur aan boord van de boot naar Marstal. Onderweg vernamen we van fietsende Denen dat op Aerø een mooie camping aan de kust zou moeten liggen. De eerste keer dat we langsfietsen vinden we de haven van Ommel niet zo bijzonder, maar het alternatief, een boomgaard achter een boerderij, trekt ons nog
minder. Terugkerend blijkt de havencamping zelfs over een toiletwagen met douche te beschikken. Ons verheugend op een eenzame avond beginnen we onze biervoorraad aan te spreken. De camping blijkt een uitje voor de lokale bevolking die tot aan het donker in grote getale komt kijken wat er nu weer voor volk op hun weitje staat. Terecht, de camping blijft niet leeg: om 20.00 uur kamperen we hier met 15 mensen, het aantal muggen op deze windstille avond is moeilijker te tellen. De haven van Ommel blijkt eeuwen te zijn gebruikt als winterhaven voor schepen die te groot zijn om op land te kunnen worden getrokken. Artefacten als “stenen schepen” (pijlers van stenen die pakijs uit de haven moeten houden) en 2 eeuwen oude dukdalven wijzen hier nog op. De haven wordt zo authentiek mogelijk gehouden door een groot aantal vrijwilligers. Na een schitterende zonsondergang boven een windstille zeespiegel is de camping om 22.15 muisstil.


Fynshav / ? - ? / woensdag 20.07
Wederom een zonnige dag . Ondanks de grote aantallen aanwezigen blijken we toch als eersten te vertrekken; gelukkig hoeven wij niet, zoals onze buren, een ontbijt te nuttigen van muesli in water, gelardeerd met een lepel pruimenjam, maar beschikken wij over eieren. Zoals vaker de laatste dagen een mooie, glooiende route. Eerst nog even een grafheuvel uit de klokbekerperiode (< 3000 jaar) bezoeken om verderop in Ǽroskøbing koffie te drinken, visballetjes te eten en makreel in te slaan voor het avondeten. Een leuke plaats, kleurig,
oude straatjes, redelijk veel toeristische voorzieningen. Zelfs een winkel waar kabouters in alle maten, soorten en kleuren worden verkocht. Een klein kaboutertje wijzigt hier van eigenaar. Na wat rondstruinen fietsen we door naar het 12e eeuwse kerkje van Bregninge, met gastheer in bier-T-shirt. De door hem als potentiële oude inn uit de Rough Guide blijkt niet te zijn wat we zoeken, dus door naar Søby waar we juist op tijd arriveren voor het veer (na eerst nog wat boodschappen te hebben gedaan). Overigens klopt hier de routebeschrijving niet, het veer gaat noordelijker dan staat aangegeven. Onze derde boottocht, waarbij we voor onze lunch (Smørrebrød) in het Nederlands een “Smakelijk” krijgen toegevoegd. De eveneens verkrijgbare varianten van Ǽro-bier blijken overigens ook niet te versmaden. Prima overtocht op een spiegelgladde Baltic Sea, waarbij hetzelfde kaartje dat ons op het eiland bracht ons ook ervan af brengt. Er blijken in feite alleen retourtjes te worden verkocht, waarbij de richting niet uitmaakt; goed dat ik alle papiertjes bewaar voor het vakantiealbum. Vanaf de boot direct naar de camping waar we de rest van de namiddag bierdrinkend doorbrengen. Prima makreel overigens!


Varnǽshøved / 56.27 – 14.0 / donderdag 21.07
Bewolkte, maar droge dag. De helling om de camping af te komen is even een kuitentrekker, maar de rest van de dag houden we goede wegen. Langzamerhand verandert het landschap: de (graan)akkers blijven groot, kamille en stokroos blijven alom aanwezig, maar de hellingen worden langer, niet altijd tot Loeki’s genoegen. We maken vandaag evenveel hoogtemeters als op Møn. In Kirke Hórup nog een gesprek met een organiste die, zojuist teruggekeerd van vakantie, een druk programma heeft de komende dagen. In het bos vlak voor Sønderborg koffie met koek, bovenop een klip, zo’n 20 meter boven zee. Met bijbehorend uitzicht. In de stad aangekomen gaan we op zoek naar brandstof. Sønderborg blijkt een aardige stad, al zal het wel schelen dat hier de zon schijnt.
Doordat we verkeerd rijden (lees: ik kies de verkeerde route) komen we boven op een heuvel terecht bij een deels verdwenen monument voor Deense heldhaftigheden tijdens de slag van 1864, een keerpunt in de nationale geschiedenis; de grens met Duitsland werd noordwaarts geschoven dankzij de Pruisische kanonnen die veel verder schieten dan het Deens geschut en derhalve op hun gemak hun fortificaties aan gruzelementen kunnen bekogelen. Het uitzicht is hier overigens wederom fantastisch met golvend landschap en ruime waterpartijen. Naar het noorden peddelend , langs het uitgebreide landgoed Sandbjerg, passeren we een informatiebord dat ons verwijst naar de Oidf plaats van Varnǽshøved. Het blijkt een mooi kampeerplekje, volledig beschut tegen de woedende elementen (het stormt later) door een heuvel, bos en metershoge braamstruiken. 35 Treden lager sta je met je voeten in de zee. Als slotstuk van de dag zien we hoe in een uiterst kort tijdsbestek een grote akker naast de tent wordt gemaaid: in 1 uur alle graan eraf, even eten, strobalen persen met de snelheid van een hardloper en direct daarna verwijderen van de strobalen. Een akker compleet leeg in 2 uur!


Kestrup / 50.47 – 13.2 / vrijdag 22.07
Exact om half acht begint de regen die deze dag niet meer zal ophouden. Gevoegd bij een harde wind en sterk golvend terrein wordt dit een trage dag. Onderweg verwerven we nog remblokjes voor Loeki’s fiets. We hebben geluk: al na een uur fietsen is er koffie met gebak in Aabenraa, waar we ook boodschappen doen. We lunchen op het enige droge plekje dat we vandaag tegenkomen: wat overhangende takken boven een bankje waar de regen nog niet doorheen siepelt . Als we verder willen gaan, een erg steile, modderige helling af, komen er twee Nederlandse fietsers aan, de enige die we onderweg zullen tegenkomen. Zij zijn net met hun reis begonnen en waarschuwen ons voor meer verraderlijke paden verderop. In Løt Kirkeby kopen we brood en koeken. Volgens onze gids is de tegenoverliggende kerk uit 1200, de jaartallen op de kerk zijn eeuwen ouder. Ondanks een fotografeerverbod toch het orgel vastgelegd: voor de database van Piet zijn overtredingen toegestaan! Verderop wordt het even droog. We willen lunchen op een parkeerplaats en schuiven aan bij een Deense dame, die vervolgens zo snel mogelijk vertrekt. Ze geeft ons wel een pot honing van eigen bijen. Het etiket beval leuke informatie: voor het vullen van 1 pot honing zijn 11250 bijenvluchten nodig. Arme beestjes … De omstandigheden van de tocht van vandaag beginnen een beetje te vervelen en we besluiten te kijken of de Oidf in Kestrup ons soelaas kan bieden. We hebben geluk: we mogen kamperen op het grasveld direct aan het huis waarbij we gebruik kunnen maken van een ruim balkon om droog, op tegels, onder te kunnen zitten en koken: erg handig met het huidige weertype. Terwijl ik experimenteer met verschillende brandstoffen voor onze Primus komt de eigenaresse met koffie, boterhammen, fruit en koekjes. Ik neem aan dat ze ons wat zielig vind als we om zeven uur nog niet aan het eten zijn. Uiteindelijk komt er toch nog warm eten op de bordjes, waarna we vroeg het bed induiken: het regent nog steeds. De schade van vandaag: Loeki’s kilometerteller heeft de strijd opgegeven, mijn spiegel is afgebroken bij het omvallen van mijn fiets. Lastig.


Kolding / 72.47 – 13.9 /zaterdag 23.08
Als we vertrekken vertelt onze gastheer ons van een drama op een eiland in Noorwegen waar 10-tallen jongeren zijn neergeschoten. Verschrikkelijk. Voor wat betreft onszelf: de regen van gisteren is vanmorgen nog niet voorbij. In aanvulling: om 12 uur wordt het droog en om vijf uur gaat het weer regenen. So much for today’s weather; de tent is nat en zal nat blijven, steeds meer de lucht van een natte hond in de binnentent. Al met al niet al te vroeg weg, en om 12 uur hebben we pas 10 kilometer gefietst. Maar dat komt ook omdat we in Harderslev eerst een achteruitkijkspiegeltje kopen, daarna koffie gaan drinken en tenslotte Loeki’s fiets nog van nieuwe, flitsende handvaten laten voorzien: de oude zijn levensgevaarlijk gezwollen, sponzig en onhanteerbaar door het opgenomen vocht. De mooie route korten we in door de omleiding over Christiansfeld te skippen. Jammer, we missen zo een mooi stukje cultuur, maar anders bereiken we Kolding, waar we willen overblijven, niet op tijd om nog te kunnen eten. Het laatste stuk voert ons wederom direct langs de Baltische kust, met vakantiehuizen waarboven het Deense rood en wit fier wappert. Na een heuvelachtig Norreskov (sommige omleidingen zijn ons een raadsel: wel kronkelen over een bijna onbegaanbaar bospad, maar om historische stadscentra heenleiden) komen we aan in Kolding, waar de camping op het industrieterrein blijkt te liggen. We krijgen een typische trekkersplaats toegewezen waar we nog net een droog plekje kunnen vinden. Ons avondmaal is een uitstekende pizza in Babylon, waar de man achter de toonbank 15 jaar in Nederland blijkt te hebben gewoond en gewerkt. Ook hij vindt de Denen een afstandelijk volkje. Na een borrel tijdig slapen onder het voortdurend getik van regendruppels.


Kolding / 18.43 – 13.4 / zondag 24.07
Op deze, deels miezerige, deels drijfnatte dag Kolding bezocht. Een plaats met dezelfde eigenschappen als alle Deense steden op zondag: zo dood als een pier. Geen mensen op straat en bijna alle pubs en restaurants gesloten. We bezoeken het Koldinghuset: een groot kasteel, vanaf ruïnestatus fraai gerestaureerd, waarbij, met respect voor de overige delen, voor andere delen modern materialen zijn gebruikt.
Naast veel zilver, ook modern, en stijlkamers is er een tentoonstelling als resultaat van een landelijke designwedstrijd. Heel divers en erg indrukwekkend. Vervolgens gepoogd te lunchen, maar we eindigen in Knuds Garage, de enige open pub ter plaatse, waar we bij ons bier elders gekochte sandwiches kunnen nuttigen. Vervolgens op zoek naar het ver van het centrum liggende Trapholt, een museum voor design en moderne kunst in een modern pand waarvan het exterieur wel wat onderhoud zou kunnen gebruiken. Maar misschien bladdert de verf wel gewoon van het pand vanwege de aanhoudende regen: zo voelen we onszelf ook wel eens. Er is een aardige tentoonstelling over Deense stoelen (veel Arne Jacobsen), naast onder andere Deense mode en ecologische kunst. Het interieur van het museum is wel mooi, in de kantine fraaie vergezichten over de baai, ruim omringd met vers gespoeld groen. Terug naar Knud, later een steak bij Sami en terug de natte tent in.


Åssens / 83.24 – 14.2 - H. 740 / maandag 25.07
Zoals gebruikelijk een natte ochtend. Het eerste stuk vanuit Kolding naar Mittelfart (what’s in a name) is weinig boeiend: heuvelachtig op een smalle strook langs een redelijk drukke grote weg. Later wordt het beter omdat we door een estuarium fietsen. Het landschap wordt open, de vergezichten reiken verder en het weer wordt steeds beter. We lunchen op een doodstil strand bij Svenstrup waarbij de zon nu echt begint door te breken. De weg is zo stil dat je de enkele auto van verre hoort aankomen. Wat een stilte en rust. Hoe verder we richting Assens komen hoe mooier. En daarna is het werkelijk schitterend: veel water, rijk gelardeerd met eilandjes en we fietsen voldoende hoog om ver te kunnen kijken. De camping zelf is erg aardig, bijna intiem en we eten met uitzicht op Helnǽs. Nog een avondwandeling over het strand, een borrel en we slapen uitstekend op deze dag waar we de meeste hoogtemeters van de vakantie maken.


Vester Skerninge / 50.48 – 13.9- H. 463 / dinsdag 26.07
Droog, de hele dag; wat een opluchting na al die regen. Rustig vertrokken, met twee caches dicht na het vertrekpunt. Wederom een glooiende route met mooie uitzichten. Boodschappen in Haarby (we leren boodschappen te doen bij de eerste winkel die we zien omdat we er nooit zeker van zijn in de loop van de dag nogmaals in de gelegenheid te zijn), broodje op het kerkhof van Jordløse en lunch in het haventje van Faldsled.
Al met al wel lekker rustig wat goed uitkomt omdat de hellingen van gisteren nog niet geheel uit de kuiten zijn verdwenen. Daarna door naar Faaborg, een bezienswaardige binnenstad, met plein en terrassen. Bier dus. Aangekomen bij onze Oidf-plaats duurt het even voordat we contact hebben met de bewoners. Op aanbellen wordt niet gereageerd, maar achterom lopen en in de tuin wat roepen helpt. Even later staat de tent in de tuin van twee tuinarchtecten. Naast het gebruikelijke gras, dat vanzelfsprekend de rest van de middag met diverse motormaaiers moet worden gemaaid, ook veel bloemen en struiken. Een uitzondering in dit land waar iedereen wordt geboren met een maaimachine in de knuistjes. Lang blijven we alleen tot om 19.45 uur Peter arriveert. We praten wat over routes en fietsen waarna Loeki en ik een strandwandeling maken. Om 22.00 uur arriveert nog een ouderpaar met drie kinderen die in het bijna donker hun tent op moeten zetten en met een astmatische pomp reuzeluchtbedden moeten zien vol te krijgen. Om 23 uur is alles stil.


Lundenborg / 48.17 – 12.9 - H. 470 / Woensdag 27.07
Omdat gisteravond het gas echt opraakte en spiritus niet wil werken (en, maar dat blijkt pas thuis, dat ook nooit zal kunnen) op zoek naar brandstof. In Svendborg slagen we, na vijf verwijzingen en een tekening: enkele kilometers buiten de bebouwing van de stad ligt een campingshop die over het begeerde artikel blijkt te beschikken. De eigenaar van de winkel voltooit, zoals gebruikelijk, eerst zijn werkzaamheden, waarna hij ons uiterst vriendelijk goedendag wenst en helpt.
Voor de rest van de dag wederom golvende korenvelden, dolen door een bos waar het pad niet altijd duidelijk is en de bodem niet altijd droog en magnifieke uitzichten over de Zuid Fynse archipel. We besluiten tijdig te stoppen op een camping voor Lundenburg. Onze plaats wordt vanzelf ruim: het campingterrein is dermate geaccidenteerd dat maar hier en daar een caravan of tent kan staan; erg aardig derhalve. En als verrassing hebben de hier Denemarkens beste bier (AZ als no 16) voor slechts 10 kronen, drie kronen goedkoper dan overal elders. Als het morgen droog is blijven we nog een dag!


Lundenburg / 20.84 – 18.4 / donderdag 28.07
En vanmorgen is het droog. We slapen wat uit en even later blijken de pasjes van de camping ook geldig als betaalmiddel voor wasmachine en droogtrommel. Na de lunch op zoek naar boodschappen, altijd nog zo’n 7 kilometer verder.
Daarna nog de Dame Stone bezocht, de grootste vrijliggende steen van Denemarken. Inderdaad groot, wat een land als dit een topattractie, want dat is-ie, aan het bezoek af te meten, moet zijn. Terug naar de camping, waar het gras nog immer wordt gemaaid. De buren blijken ’s avonds niet zachtjes te kunnen praten en om 22 uur zet een andere buurman wederom even zijn campingdisco vol open. Om 23 uur is alles wel rustig, de mensen houden zich aan het gezag.


Trelleborg / 63.95 – 14.0 – H. 432 / vrijdag 29.07
De ochtend begint dreigend, alsof elk moment de regenwolken aan het zwerk kunnen openbarsten maar een straffe wind verdrijft de bewolking, het wordt een zonnige dag. We besluiten na de treinreis, de oversteek over Storebǽlt waar je niet met de fiets over de brug mag, te bezien welke route we zullen nemen. Met een laatste groep heuvels nemen we afscheid van Fyn, na bij het kerkje van Tarup nog te zijn verdreven door een man die de kiezels aan het eggen is. Bij het station van Nyborg worden we keurig geholpen door een informatiemevrouw. Ik weet niet of ik er zelf op zou zijn gekomen om treinkaartjes (je koopt hier je kaartjes voor een specifieke trein met gereserveerde plaatsen) bij een soort Wizzl te kopen. Mevrouw houdt in de gaten of ik goed wordt geholpen. De trein blijkt onverwacht hoog, maar de conducteur doet zijn uiterste best ons te helpen, na eerst passagiers te hebben verwijderd van de fietsenstallingsplaatsen. Een genoegen! Aangekomen in Korsør besluiten we te kamperen op de Cidf-plaats van het Vikingmuseum in Trelleborg. Een wijs besluit.
We staan hier helemaal alleen (samen met een overgrote muggenkolonie) en het museum opent in de nachtelijke uren een deur waarachter een verwarmingsketel, douche en toilet. Binnen bekijken we de tentoonstelling over Vikingen waarna we ons begeven naar Slagelse, een plaats ruim voorzien van terassen en restaurants. Vraag Loeki naar Nacho’s en zij kan je vertellen waarom we deze avond bij de tent niet meer eten. Teruggekeerd blijft het buitenmuseum voor bezoekers van de camping geopend zodat we het avondgloren met bier en nootjes bewonderen in, op en boven het grootse Vikingfort ter wereld. Fantastisch.


Ortved / 53.78 – 13.7 / zaterdag 30.07
Vanmorgen met zon opgestaan, wel een verrassing na de plensbuien van de afgelopen nacht. We besluiten, na het verorberen van het menu van gisteravond (hotdogs met kartoffelsalat als ontbijt, niet te versmaden) niet direct naar het Noorden te rijden maar eerst naar Roskilde en daar de route verder uit te stippelen. Niet onverstandig waarschijnlijk gezien het weertype: warm, zonnig en een erg straffe tegenwind. Rond vier uur arriveren we op de camping waar de tenten en hutten die voor 100% worden bevolkt door Nederlanders. De tocht hierheen is veel glooiender dan we hadden verwacht. Vandaag het hoogste punt van de route tot nu toe: 84 meter. Hetgeen ertoe leidt dat we bij vergezichten 360 graden in het rond kilometers ver alleen korenvelden, hier en daar gelardeerd met wat bosschages, zien. Met de zon erop erg mooi, ook omdat de verschillende graansoorten allemaal ander tinten hebben, maar wat moet het hier in de winter saai zijn. We bedenken dat we Katelijne op een af ander manier moeten laten weten dat we direct vanaf de tent uitzicht hebben op tenminste 6 geiten, 4 hangbuikzwijnen en 1 paard, waarbij we ook nog eens getuige zijn van het aanmaken van de volgende generatie zwijntjes.


Roskilde / 58.9 – 13.7 / zondag 31.07
Warme dag, wederom met veel stijgen en dalen. Het landschap oogt saai in de beschrijving maar blijft onverminderd mooi: korenvelden, zon en oneindige vergezichten. Onderweg loopt de route weer eens door een onbegaanbaar pad in akkers en bossen, over een asfaltpaadje van 12 cm breed en een halfverharde weg die zojuist is geëgd, een Deense uitvinding die ervoor zorgt dat de weg wordt geëgaliseerd maar het voor fietsers volkomen onmogelijk maakt deze paden te berijden.
De campingbeheerder in Roskilde is onverbiddelijk: geen toegang tot de camping zonder Deense kampkaart (die overigens eerder in ’s-Hertogenbosch zal arriveren dan wijzelf). In mijn ogen volslagen idioot en louter geldklopperij. Roskilde, waar we de middag van onze 37-ste huwelijksverjaardag doorbrengen, is niet zo bijzonder, met uitzondering van het Vikingschepenmuseum, deels een openluchtmuseum, waar prachtige foto’s hangen van tochten met de Stallion, hun grootse zelfbouwschip. De andere vermeldenswaardige plaats is de dom, de plaats waar de Deense vorsten c.a. worden begraven. Tientallen tombes, de ene nog groter dan de andere, getuigen hier van de sterfelijkheid van het koningshuis. We eten in de haven. Terug op de camping redelijk snel de tent in omdat we weigeren voer voor muggen te zijn.


Nivå / 65.95 – 14.06 / maandag 01.08
Vandaag eindelijk weer een dag dat we kilometers kunnen maken. Weinig hellingen en maar 1 x vastgelopen in een bos omdat het op de GPS nog aanwezige pad is weggehakt. We trekken zelf maar een rechte lijn van hier naar de kust, dat wil zeggen de camping ,en dat blijkt prima te werken. We merken onmiddellijk in een stedelijk gebied verzeild te zijn geraakt: de auto’s rijden hier veel sneller dan op het platteland, kleine wegen zijn er bijna niet meer en de grotere wegen zijn niet altijd voorzien van fietsstroken. Het weer: warm en zo vochtig dat zo nu en dan de druppels spontaan uit de lucht vallen.
Omdat we van onze lunchplek worden verdreven door muggen arriveren we vroeg op de camping, waar we de rest van de dag tot rustdag verklaren. De camping zelf is redelijk vol, zeker omdat grote delen niet bruikbaar zijn door de hoge waterstanden tussen het gras. De kleibodem heeft nogal wat tijd nodig om te drogen verklaart de campingbaas. Tenslotte: teruggekeerd van het boodschappen doen staat de teller van Arno’s fiets precies op 20.000 kilometer.


Nivå / 17.53 – 14.3 / dinsdag 02.08
Vandaag bezoeken we het Louisiana, het museum voor moderne kunst in Denemarken. We denken mooi op tijd te zijn voor de opening, maar zijn te vroeg: het museum gaat pas om 11 uur open. Daarom wandelen we door de prachtig aangelegde naastliggende begraafplaats en drinken bij de lokale bakker koffie. Eenmaal binnen blijkt er een aardige expositie: “Living, frontiers of architecture” te zijn alsmede een zomerkeuze uit de eigen collectie. Het omringende park, dat direct uitzicht geeft op zee, is goed voorzien van beelden en blijkt aangenaam verpozen. Alle ruimte blijkt ook wel nodig: wat een hoop mensen. Overigens horen we later dat dit een redelijk rustige dag is, het kan blijkbaar nog veel erger. Leuk is ook een overzicht van 200 tekeningen op een Ipad van David Hockney: “Me draw on Ipad”. Op de terugreis nog mensen kijken in de haven van Nivå vanaf een schaduwrijk terras. Lekker op deze warme dag. Terug op de camping verplaatsen we onze tent: onze nieuwe buren (Engelsen) moeten zowat via onze tent naar binnen.


Kopenhagen / 34.91 – 13.9 / woensdag 03.08
We besluiten niet meer naar het kasteel van Helsingør te gaan maar rechtsreeks naar Kopenhagen. De afstand is zo korter en we hoeven niet naderhand met de fietsen in een trein. Het eerste deel van de route voert ons over de grote weg maar na en poosje worden we langs de spoorbaan gestuurd, die, in tegenstelling tot het fietspad met vinnige, korte hellinkjes, wel horizontaal loopt; wel lekker in de schaduw overigens. Onze poging om te kamperen op de ford-camping strandt omdat er voor ons geen plaats is in de herberg. Op weg naar een ander camping passeren we onze eerste Deense camping en dus staan we weer op Bellahøj. Plannen om de stad in te gaan worden teniet gedaan door een middagslaapje, waardoor de avondmaaltijd bestaat uit minestronesoep met brood. Vult prima. Onze vakantiecirkel is nu helemaal rond. Best wel jammer, we hebben niet het gevoel een maand vakantie te hebben gehad. Misschien wordt uiteindelijk zo lang bijna dagelijks fietsen meer een levenswijze dan vakantie. Ook mooi.


Kopenhagen / donderdag 04.08
Vandaag zal een museumdag worden. ’s-Ochtends naar het Designmuseum, waar we een collega van GGD Nederland tegenkomen. De tentoonstelling is een beetje en afknapper: meer instructie dan beeld. Jammer. Bovendien verliest Arno er zijn geliefde petje. Lunch in Kopenhagens Quartier Latin. Erg leuk, gezellig en een heel ander deel van de stad met andere sfeer en andere mensen. We fietsen naar Christiania waar we ons niet altijd prettig voelen; we krijgen de indruk dat handel in hasj en wiet belangrijker is dan de overige activiteiten en er lopen vrij veel breedgeschouderde gasten rond. Door naar het museum voor Industrie en Kunst: Deense ontwerpen door de eeuwen heen, van Japanse invloeden tot het heden, weer met veel Arne Jacobsen. In ieder geval beter dan het eerste museum. We blijven tot sluitingstijd in de tuin zitten, waarna we de sessie voortzetten op het terras van het nieuwe theatergebouw, waar we kijken naar manoeuvres van ponten, rondvaartboten, huurboten, kano’s, roeiboten, zeilboten en een enkele gondel. Gelukkig gaat alles net goed. We eten bij dezelfde kelderpizzeria als enkele weken geleden. Dezelfde uitstekende kwaliteit. Terug op de camping blijken we de enige plaats te hebben waar het waait: alle tenten staan stil, alleen de onze klappert. Maar die kan er dan ook tegen. Nu blijkt dat ook Arno’s matras er de geest aan heeft gegeven: de lasnaden laten los zodat er middenop een bubbel verschijnt. Loeki neemt haar langzaam leeglopend bedje terug en Arno kromt zich om Mount Exped.


Kopenhagen / 28.99 12.4 / vrijdag 05.08
Vanmorgen rustig aangedaan, pas rond 12 uur vertrekken we via een mooi aangelegde fietsroute naar Frederikshavn, een groot park. We belanden in plaats daarvan op een erg
groot kerkhof en gaan hierna, na een deel van het park snel te hebben doorkruist, de dierentuin in. Een dierentuin in de overgangsfase van oud naar nieuw. In ieder geval bestaat de helft van de dierentuin uit olifantenverblijven. Tijdens de aanchaf van een ijsje laat Arno zijn portemonnee op de balie liggen, die hij een half uur later keurig terugontvangt. Om 17 uur begint het te miezeren en we wachten in het restaurant tot de bui over is. Op de terugweg boodschappen kopen en voor de laatste maal in Denemarken koken.


Kopenhagen / 10 /zaterdag 06.08
Vanmorgen voor de eerste maal deze vakantie echt uitgeslapen. Daarna heel rustig de tent leeggeruimd, schoongemaakt en ingepakt. Om 14 uur verlaten we de camping om bij de langzamerhand vertrouwde pizzeria sandwiches te halen die we aan de voet van de Nyhavn opeten. We raken nog even in gesprek met een man uit Peking die vertelt dat als wij op onze leeftijd onze tocht in China zouden rijden, onze kinderen achter ons aan zouden rijden om te kijken of alles goed zou gaan. Daarna naar het station, waar we kennis maken met onze treinburen, nog even het hele perron aflopen om onze fietsen te kunnen stallen in de trein en de treinbedstress kan beginnen. Wie zou er wel in een trein kunnen slapen?


’s-Hertogenbosch / 32.70 – 13.8 / zondag 07.08
Na vroeg te zijn gewekt door een scheldende Duitse mevrouw die vindt dat de conducteur niet voldoende Duits spreekt om haar effectief te kunnen helpen maken we ons gereed voor het treinontbijtje. Door werkzaamheden aan het spoor rijdt de trein via Eindhoven, een kans die we ons niet laten ontnemen. We zijn blij om 9.30 uit te kunnen stappen om op ons gemak naar huis te fietsen: wind van achter, over de oude Bossche Baan rechttoe rechtaan. Op het station Eindhoven krijgen we de eerste koffie van de dag, in Boxtel nuttigen we koffie met appelgebak en om half een kunnen we de nieuwste foto’s van ons kleinkind bewonderen.




2 opmerkingen:

Belle zei

Heel hartelijk bedankt voor uw Denemarken-verslag. Erg leerzaam. Zo wisten wij niet van de brug waar je niet met de fiets overheen mag (en hebben wij fietsen die niet in een trein passen) en van de Deense kampeerkaart. De omschrijvingen van de Overnatning i det Fri vond ik ook interessant, evenals het vikingenmuseum. Twee vragen blijven open: heeft de Exped mat te hard opgepompt in een te hete tent gelegen? En waarom lukte het koken op spiritus niet?

Arno zei

De Exped mat is beslist niet te hard opgepompt geweest; ik ben er niet zo dol op om op een keihard bed te liggen. En voor wat betreft de spiritus: apparaten die op spiritus werken kunnen nooit benzine of iets dergelijks gebruiken. Omgekeerd geldt hetzelfde. Vraag me niet naar het waarom .. Overigens heeft ook de samenstelling van de vloeistof nog invloed op de afsluitringen: ringen voor het ene materiaal lossen op bij het andere