In het voorjaar 2008 besloten De Rode Jasjes enig industrieel erfgoed te bezichtigen. Het enthousiasme vooraf bleek achteraf volledig gerechtvaardigd: een kort verslag met slechts enkele hoogtepunten dat nooit volledig recht kan doen aan deze fraaie tocht: een absolute aanrader.
De eerste dag voerde ons van Venlo naar Duisburg, waar onze internet-reservering op de camping niet was doorgedrongen. Maar we kregen hier toch een plaatsje op fietsafstand van onze eerste grote attractie: Landschaftspark Duisburg Nord, een voormalig hoogovencomplex, voldoende voor een hele dag bezichtiging en activiteiten als klimmen in voormalige kolenbunkers en duiken in een gashouder en goed voor honderden foto's.
De volgende dag fietsen we in de stromende regen langs kleinere monumenten om te kamperen op de terreinen van de Deutsche Lebens Rettungs Gesellschaft Dahlhausen, waar we uiterst vriendelijk worden ontvangen en we slechts met moeite kunnen voorkomen dat we niet in onze tenten mogen slapen. Bijna op loopafstand van het Eisenbahnmuseum, een mooi complex, met onder meer een draaischijf en een volle lokloods op een mooi terrein. Het blijft goed fietsweer en verder langs de Ruhr passeren we de Herbecher Schleuse, met pontveer, en de Zeche Nachtigall, waar we een indruk krijgen van de geschiedenis van de mijnbouw. We overnachten bij KanuKlup Hagen, prima lokatie.
De volgende dag scheuren we met veel Rückenwind door een ander, meer open, landschap naar Unna, het centrum van de LichtKultur, waar we in het museum een aardige lichtkunstrondleiding krijgen.
De camping, ver buiten Hamm, ligt zowat in de snelweg, zodat we de volgende dag snel weg zijn. In de bossen en op de paden passeren we hele groepen passanten, met veel bier en eten op weg naar hun meifeest. Verderop komen we langs het fantastisch gerenoveerde complex van Zeche Waltrop. Na de nacht op Klaukenhof in Datteln bezoeken we Schiffshebewerk Henrichenburg en het aanpalende sluiscomplex Waltrop. Marc verlaat ons en zal, door verkeerde aanwijzingen van een Duitse perronopzichter, de rest van de dag bezig zijn thuis te komen. Frits meet zich een nieuwe spaak en banden aan bij een fietsenmaker die ook op zaterdag nog wereldfietsers wil helpen maar we zijn toch tijdig op Chemiepark Marl voor een rondrit over het terrein, waar in de bus aanwezige werknemers en hun buurtgenoten zorgen voor extra informatie en een uitstapje. 's-Nachts weer kamperen bij een kanoclub die ons, hoewel besloten, toch kampeerruimte en een ontbijt gunt.
Via het drukbeklante voetveer bij Xanten vervolgen we door Kleef onze weg naar Persingen. 's-Avonds nog uitgebreid buiten eten bij De Hemel en de volgende, laatste dag waaien we via de Maasdijken terug naar huis, waar we concluderen dat we op deze schitterende tocht toch nog veel niet hebben gezien in een streek die groener was dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden.