Nadat het pontveer met plakband was gerepareerd staken we over naar Usedom. En wederom kwam de historie tot leven: Peenemünde kent, naast het Flughafen Museum nog een Bettenmuseum. En het Historisch-Technische Informationszentrum waar onder andere de ontwikkeling van het Duitse raketsysteem (V1, V2 etc.) en de verschrikkingen van Kamp Dora, waar van de duizenden tewerkgestelde krijgsgevangenen bijna niemand overleefde, worden weergegeven.
We verlieten Usedom via het pontje van Karnin, de restanten van de voormalige Eisenbahnhubbrücke passerend, richting Unterückersee. Een waarlijk fantastisch natuurgebied, half moeras, dat min of meer wordt teruggegeven aan de natuur.
Enkele dagen later besloten we, op aanraden van een Berlijns echtpaar op het terras van een restaurant dat toebehoorde aan de voormalige kok van Honecker, onze route te verleggen van Frankfurt am Oder ("da gibt es gar nichts") naar Berlijn: we hadden voldoende natuur gezien. En de nieuwe route Berlin-Usedom was zojuist geheel voltooid zodat oriëntatie geen problemen opleverde.
Ons kampement werd opgeslagen bij Liepnitz, het woongebied van bijna de volledige voormalige DDR-top. Van hieruit was Berlijn, ook voor onze fietsen, eenvoudig per trein en S-Bahn te bereiken. Zodat we met veel plezier onder de Brandenburger Tor doorreden. Het bleek dat onze herinneringen van 4 jaar tevoren nog actueel waren: Berlijn bruist. De dagen vlogen ook hier om met museumbezoek, bezichtigingen en andere zaken die het leven in een grote stad aangenaam maken. De thuisreis was niet geheel naar genoegen: de trein van Berlijn naar Rostock was overvol (eigen schuld, Regionalbahnen zijn, zeker in het weekeinde overvuld),het publiek zeer luidruchtig en de reis Rostock naar huis was ook minder ontspannend dan de heenreis. Hetgeen overigens de impressies van een geweldige tocht niet deerde: wat een fraaie route.