vrijdag 30 augustus 2013

Schotland 2013

 Schotland 2013

Een paar jaar geleden zijn we al eens van Newcastle naar Stanraer gefietst om zo in Noord-Ierland terecht te komen. Omdat we wel erg gecharmeerd waren van Schotland gingen we terug en lieten daarbij de zuid(west)kant van de Columba fietsroute voor wat het is. Om niet twee keer eenzelfde routedeel af te leggen hebben we voor de terugweg een andere route vanuit Edinburgh naar Newcastle door het schittterende Northumberland National Park.



Donderdag 27 juni Ter Aar 97.93 – 15.1
Vanmorgen vertrekken we juist op het moment dat de schilder zijn materialen naar binnen brengt. Een mooi vooruitzicht: als we terug zijn zit het complex weer strak in de lak, zonder dat we daar iets van hebben gemerkt. De zon schijnt en we blijken de hele dag geen jas nodig te hebben; een waardig begin van de vakantie. Vandaag een mooie tocht met veel herkenbare punten: eerst het Land van Maas en Waal waar we worden begeleid door oefenende helikopters, daarna de regio rond Leerdam, waar we omringd worden door grote aantallen landbouwwerktuigen en tenslotte het Groene Hart, waar op de smalle, drukke wegen de auto’s groepsgewijs langskomen. Uiteindelijk blijken we ook de hele dag tegenwind te houden. Aangekomen op de hoogte van de camping blijken we aan de verkeerde kant van de vliet te staan zodat we gedwongen wat extra kilometers maken. We eten in Ter Aar (frites etc.), waarna nog een kort cafébezoek wacht waarbij we, te midden van talloze rokers, bier rechtstreeks uit flesjes drinken. Teruggekeerd op de camping bezoeken we de bijbehorende wijngaard en zoeken tevergeefs naar een ooievaar met twee jongen. Het enige wat we vinden is een leeg nest en dat stemt ons ook wel tevreden. De op zich stille, goed geoutilleerd camping (€ 15) blijkt in de aanvliegroute van Schiphol te liggen maar dat stoort ons vandaag niet. Ik maak nog wel mijn telefoon onklaar door 3 x een verkeerde code in te toetsen; vergeten dat mijn nieuwe toestel ook een nieuwe SIM-kaart heeft. Morgen of zo eens zien hoe we dat gaan oplossen.
Vrijdag 28 juni Ergens op de Noordzee 56.84 - 14.1
Vannacht stortregens, tegen de ochtend droger. Een natte tent mee op de boot derhalve. Na het ontbijt, waarbij we ook brood klaarmaken voor de avondmaaltijd en het ontbijt morgen, om 9.50 uur weggefietst. Onderweg zo nu en dan een buitje maar merendeels droog. De route is aanvankelijk erg mooi en voert over de ringdijken van Brasem en Kaag, daarna door Nieuw Vennep, waar we foto's maken van enkele van de door Caletrava ontworpen bruggen. Vanaf Hoofddorp is het saai fietsen met veel autoverkeer om ons heen. Gelukkig gaan we later de Kennemer duinen in. In IJmuiden doen we nog wat inkopen en eten in het restaurant aan de kop van de haven sliptongetjes. Lekker dus. We hebben hier uitzicht op zo'n moordende wereldoverzwervende vissersboot: één trek en de zee is leeg. We vermaken ons met een fraai verhaal van de kelner die uitlegt hoe een karper er met zijn nieuwe dure hengel vandoor is gegaan en hoe hij die heeft teruggevonden. Zoals gebruikelijk duurt het weer een tijd voor we mogen inschepen, maar ook zoals altijd biedt dat gelegenheid voor een praatje met mensen om ons heen. Eenmaal aan boord dankzij de service van en uiterst vriendelijke en begripsvolle servicemedewerkster van DFDS  een e-mail kunnen sturen om de PUK-code van mijn telefoon te bemachtigen.
Zaterdag 29 juni Acklington 54.1 - 14.1
Rustige nacht. En weer zoals gebruikelijk duurt het weer een redelijke tijd voor we van boord kunnen en de douane schiet dit keer ook niet echt op. Zodoende zijn we pas om 10.30 uur aan het fietsen. Daarom snel geld tappen, even bij de VVV informeren wat de dichtstbijzijnde camping moet zijn voor de terugweg en vervolgens over de kustweg noordwaarts. Sommige delen zijn erg mooi: begroeide paden door de duinen, andere leiden door plaatsen met erg veel verkeer. Het vakantieseizoen is duidelijk ook hier begonnen. Even wennen is dat, omdat je soms aan de verkeerde zijde van de weg op de stoep moet rijden, het verkeer je direct tegemoet komt, soms erg dichtbij. Het grootste deel van de dag is zonnig, later wat meer bewolking en steviger tegenwind. Loeki's kaarsje is na 40 kilometer op en we gaan daarom op zoek naar de dichtstbijzijnde camping die aan het einde van een lange, kaarsrechte weg, tegen de wind in, eenzaam in het binnenland blijkt te liggen: Honeysuckle Cottage. Gelukkig hebben we met vooruitziende blik al in Lynemouth boodschappen gedaan zodat we in ieder geval beschikken over warm eten, ontbijt en bier. Na het diner in de luwte van een caravan maken we nog een avondwandelingetje rond een meertje waarbij we een echte jager, in camouflage-uitrusting en met geweer, ontmoeten die zojuist een konijntje heeft geschoten voor de havik van een vriend van hem. Na een glas bier snel slapen. Zo'n eerste dag in een vreemde omgeving hakt er toch weer in.
Zondag 30 juni Beal 88.42 - 14.5
Op Loeki's verjaardag vormen enkele geplukte bloemen en gebakken eieren voorlopig het enige geschenk: onze tassen zijn al erg vol en er zal nog wel het een en ander bij komen. In Warkworth passeren we ons eerste kasteel: Warkworth Castle, stonghold of the Percy family, helaas gemolesteerd. Merkwaardig hoe hobbelig asfalt kan worden gelegd: alleen te passeren met een snelheid onder de 15 km/h. Of ver daarboven. We
 lunchen in het schattige Alnmouth, een soort Engels Stavoren, inclusief verzande haven. Hierna op een halfverhard pad langs de kust verder. De hele dag hebben we uitzicht op zee, in een golvend landschap met muurtjes en heggen, estuaria etc. Een keer moeten we van de fiets omdat we door/over een riviertje over het strand moeten. De harde wind is intussen overgegaan in een stevige storm die we van alle kanten mogen ontvangen. Daarom lunchen we in een halfopen schuur, boven op grote strobalen, lekker uit de wind en met een fraai uitzicht. Aangenaam. Het laatste kasteel van de dag, nadat we hebben besloten een iets andere route naar Beal te volgen dan aangegeven, is het geweldig grote Dunstanburgh Castle. De A1 blijkt echter niet zo'n succes om op te fietsen en ijlings zoeken we toch weer naar kleinere binnenwegen. Weer geweldig mooie vergezichten vanaf de talrijke, veelal steile, heuvels die we bedwingen. De camping blijkt erg nieuw, te beschikken over 1 heren- en 1 damestoilet en om 5 uur te sluiten. Maar wel met uitzicht op Holy Island én beschut tegen de voortdurende wind. En omdat we nog op tijd arriveren is het prima lokaal bier nog verkrijgbaar. Het verjaardagseten wordt genuttigd in Lindisfarne Inn en is rijkelijk met echte boter overgoten. Bovendien mag ik in het restaurant even mijn e-mail raadplegen en kan ik mijn telefoon weer gaan gebruiken! Tijdens het eten begint het te regenen, maar later droogt het weer. In verband met de oversteek morgen ga ik nog even de getijdentabel vastleggen: de enige
 toegangsweg is een deel van de dag overstroomd. Omdat het hoog water aan het worden is krijg ik een indruk hoe een en ander er dan uitziet.


Maandag 1 juli Beal 6.75 - 14.4
Vannacht weer wat regen, vanmorgen heel vroeg even gewekt door een grote groep kraaien die in het veld voor en rond de tent een teringherrie maken. Daarna verder geslapen omdat we pas vanmiddag om half een de overtocht naar Holy Island kunnen maken. De route is leuk, langer dan we dachten en leidt door een uitgestrekt gebied met schorren en slikken. Bij volledig eb moet het zelfs mogelijk zijn hier te voet doorheen over te steken langs een stakenroute maar wij houden ons maar aan het asfalt. Holy Island is klein, met een mooi, klassiek kasteel op een eenzame rots boven alles uitstekend. Daarnaast limepits,kalkovens, uit de zeventiende eeuw, nog redelijk intact. Het kasteel is overigens in het begin van de twintigste eeuw gerestaureerd door iemand die er zijn indertijd modern zomerhuisje van heeft gemaakt, hetgeen in ieder geval aan de buitenzijde niet zichtbaar is. Het dorp zelf is nog net gezellig met een redelijk aantal toeristen. Een mooie abdij, vanzelfsprekend in geconserveerde ruïneuze toestand. Parochiekerk bezocht om foto's van het orgel te maken en daarna boodschappen (for what it's worth) in een van alles wat winkeltje. Ingrediënten: pasta, saus en tonijn (in blik), een combinatie die we vaker zullen eten. Verder kopen we hier nog een mooie grote magneet en twee mooie bieren. De dag is weer geslaagd. De zon laat zich de hele dag regelmatig zien en we hebben een mooie heldere lucht. Vanaf de camping kijken we, met een bier in de hand, hoe het tij weer binnenloopt en de doorgang wordt afgesloten. Fantastisch gezicht en het zal weer even duren voor we vanaf de tent opnieuw 180 graden uitzicht hebben.
Dinsdag 2 juli Melrose 90
Bij het opstaan voor het eerst bewolkt en grijs. Het eerste stuk van de route is schitterend mooi, dicht langs de kust. Het wegdek is minder: slecht, heel slecht en afwezig zijn de soorten van vandaag. Na Berwick, waar

we koffie en cake nuttigen bij de lokale golfclub, hebben we een normale, volledig geasfalteerde weg langs de Tweed, waarbij we afwisselend in Schotland en Engeland fietsen door regelmatig de rivier over te steken. In Hutton doen we inkopen. Hierna zet de regen door, worden de hellingen veelvuldiger en steiler en zet de wind weer eens lekker door. We besluiten daarom naar de camping in Melrose te fietsen, maar dat blijkt door een verwarrende combinatie van kaart, boekje en Gps-track die ons vaker parten zal spelen, verder weg te zijn dan we dachten zodat we rond 19 uur hier nogal vermoeid arriveren. Om 20.30 uur zijn we aan het eten waarna we ons heil zoeken in de Ship Inn. Twee bieren en een whisky wensen ons een goede nacht en we vallen snel in slaap op de fraaie camping waar alleen nog wat plaats over is voor tentjes; de rest is vol.


Woensdag3 juli Peebles 53.46 - 13.1
Vanmorgen "uitgeslapen": om 8 uur gewekt door een grote grasmaaier die de velden van het rugbyterrein naast onze tent aan het maaien is. Het weer is droog, de wind wat afgenomen en we gaan verder langs de Tweed. Een mooi, open landschap, heuvels die al geel beginnen te kleuren van de brem en witte stipjes van schapen op de uitgestrekte groene weiden, door grijze stenen muurtjes omringd. Minder klimwerk dan gisteren, het landschap verandert: de hellingen worden langer. In Melrose bekijken we even een kerk. De dame die ons wegwijs maakt heeft haast; ze moet zich gaan omkleden omdat de koningin geheel onverwacht een bezoek komt brengen aan het nabij gelegen vroegere, zojuist gerestaureerde, woonhuis van Walter Scott. Kort na Melrose valt Loeki volledig voor een varkentje met pluizige oortjes (en vervaarlijke tanden), dat dan ook uitgebreid wordt geportretteerd. We lunchen kort voor Innerleithen, met de voeten in de Tweed. Toch doen we in het dorp nog eens koffie met taart waarna we richting Peebles peddelen. We rijden even om om Traquier House te bezoeken, het oudst bewoonde huis van Schotland. De hier ook gevestigde brouwerij kan helaas niet worden bezichtigd omdat er juist wordt gebrouwen, maar gelukkig wordt ons wel een proeverij van de drie bieren aangeboden. Waarna we overgaan tot aanschaf ervan (en voor Loeki een T-shirt voor haar verjaardag en een magneet). Als we weer verder fietsen halen we twee paarden met anderhalve ruiter in. De grootste brult ons van verre toe zo ver mogelijk om hen heen te rijden: blijkbaar schrikken de beesten meer van onze fietsen dan van haar geschreeuw.
Op de camping krijgen we een ruime plaats bij de ingang en bezoeken de lokale pub, waar de lokale bezoekers hun afkeer uiten van het Nederlands formaat bierglaasjes. De tafels zijn zo opgesteld dat iedereen Eurosport kan kijken op TV, handig in deze tijden van Wimbledon en de Ashes. De Tour de France wordt helaas totaal genegeerd. Overigens een normale opstelling, zo zal overal elders blijken. De planning om de vandaag aangeschafte levensmiddelen morgen te nuttigen en in het campingrestaurant te eten en ontbijt voor de volgende ochtend te bestellen loopt mis. Heden wordt niet gekookt en we zijn genoodzaakt terug te keren naar de bewoonde wereld voor pubfood (Fish and chips and beer).


Donderdag 4 juli Biggar 38.5 - 11.7
Terwijl we aan het wachten zijn op het te bezorgen ontbijt (dat lang wegblijft omdat het oorspronkelijk is bezorgd op een verkeerd veld met gelijkluidend tentnummer) verandert een regenbui onze droge tent in een natte dweil. Het ontbijt is overigens lekker (vet): worst, ham, witte bonen in tomatensaus, champignons en vettig brood; we zijn eigenlijk voor de hele dag klaar denken we. Als we wegfietsen zijn de weersomstandigheden weer goed, maar al snel krijgt de stevige wind de overhand, zo nu en dan vergezeld van een buitje. Een heuvelachtige rit met schitterende vergezichten, maar de tegenwind maakt het redelijk zwaar de lange steile hellingen op te fietsen; naar beneden moeten we bijtrappen. Daarom stoppen we bijtijds in Biggar, tenslotte hebben we vakantie. Tent met alle lijnen vastgezet want de bomen krommen onder de storm. Even het dorp in nadat we op de camping een beetje wegwijs zijn gemaakt door lokale mensen die eerder in Nederland fietsten en daar het brood zo lekker vonden). Biggar blijkt een aardig dorp met een echte bakker en prima pub, beide van levensbelang in deze dagen. Terug op de camping bereiden we onze maaltijd in de luwte van een heel dikke boom. Na het avondmaal nog een avondwandeling en dan is de dag grotendeels voorbij.
Vrijdag 5 juli Linlithgow 49.43 – 13.4
Vanmorgen nog steeds zeer winderig en koud. En daarom ontbeten in de luwte van Biggars geschiedenis in vogelvlucht (“London is big, but Biggar is biggar”). Mooi op tijd weg. Het eerste deel van de route is redelijk eenvoudig en niet het mooiste deel tot nu toe: een soort Schots Friesland: veel groen en koeien, verder weinig boeiend. We passeren Blackburn waar we boodschappen doen en merken dat we het drukke verkeer in een paar dagen volledig ontwend zijn. Gelukkig is het slotstuk anders : de laatste helling neemt alle hoogtemeters weg, geeft ze terug en voegt er nog wat aan toe, met fantastische vergezichten, uitzicht 280 graden rond en meer dan 10 kilometer ver: de inspanning van de beklimming van de helling meer dan waard. De camping Beecraigs is een klein veld, ingeklemd tussen hoge bomen en niet echt droog. De zon is dan ook snel verdwenen: jammer voor onze was. Gelukkig biedt het terras van het bijbehorend restaurant volop zon, nog meer mooie vergezichten waaronder uitzicht over de beroemde brug over de Firth. Ons cash geld is bijna op maar we kunnen de slagboomsleutel die we als fietser toch niet nodig hebben weer inleveren. De geretourneerde ponden kunnen weer worden omgezet in bier. Tijdens het eten blijven we dankzij de radio van de buren prima op de hoogte van de prestaties van Andy Murray op Wimbledon en worden we belaagd door spelende kinderen met ballen, fietsen en stepjes en door midges. Onze anti-muggenhoed gaat voor het eerst op. Het werkt.
Zaterdag 6 juli Fintry 73.61 – 12.9
Vanmorgen de drassige camping dra verlaten. De eerste 40 kilometer voeren ons comfortabel langs een kanaal over een halfverhard pad, onderbroken door een lange tunnel met druipsteenornamenteringen waar het even heel nauw wordt als we tegenliggers met een fietskar passeren, voert over aquaducten: in het begin erg aangenaam, later wat saai. We passeren het Falkirk Wheel, een unieke manier om boten een meter of 15 omhoog te krijgen. Even later lunchen we bij een sluisje, waar we, na aanvankelijk voor een pizza te kiezen, uiteindelijk zwichtten voor Fish and chips. Brood is al net buiten Linlithgow aangeschaft, ingrediënten voor de Salade Niçoise van morgen worden in Kirkutbright in de tassen weggestopt. Hier tappen we een geldautomaat af, waarbij een oudere dame Loeki erop wijst dat het verboden is bij een bushalte te parkeren: “ It may arrive any moment now”. Loeki: “We just need this moment”. Na afscheid te hebben genomen van het kanaal zijn de eerste hellingen een verademing die wel even wordt onderbroken door een steile en lange heuvelrug. De afdaling maakt veel goed overigens. Aangekomen op de eindbestemming blijkt een heel klein restant van Balgair castle te zijn omgetoverd in een grote typische GB-camping met veel vertier. Omdat onze tent, zoals gebruikelijk de allerkleinste op de hele camping, op een kruispunt staat zien we alle kinderen die over een fiets, step, trapkar etc. beschikken uitgebreid en herhaald langskomen. In de avonduren maken we nog wat Megabytes op aan een chat met veel plaatjes met het thuisfrond, onder het genot van een entertainer. Gelukkig zitten we buiten, binnen is het erg warm met luide muziek en dronken publiek.
Zondag 7 juli Strathclyde 56.16 – 12.8
De dag begint met een stralende zon die ons niet meer zal verlaten; de temperatuur loopt op tot 30 graden op Loeki's kilometertellertje. Onderweg besluiten we de route aan te passen: de geplande tocht blijkt niet of slechts met moeite haalbaar en dat is niet de bedoeling. We draaien af naar Callander waar we koffie drinken en zoeken onze weg naar de route midden door de Schotse Highlands. De wegen worden dientengevolge lastiger, zeker onder de brandende zon. Na Callander verruilen we de verharde weg voor losse steenslag, soms vers gebroken en erg scherp. We stoppen regelmatig en
arriveren zo om half vijf op de camping. Hier lessen we dankzij de campingwinkel die over koud bier beschikt eerst onze dorst alvorens de tent op te bouwen, we hebben geen haast. Onze salade verorberen we laat op de avond en maken daarna
nog een avondwandelingetje langs de rivier. Die juist achter onze tent stroomt. Midges vliegen in grote aantallen rond maar het lukt ons de binnentent mugvrij te houden. En we besluiten dat we morgen wel zien waar we heen gaan: richting Pitlochry en daarna zien we wel verder.
Maandag 8 juli Stratclyde 11.84 12.6
Als we ontwaken ziet de tent zwart van de midges die naar buiten wolken zodra de voorhang open gaat. Na het ontbijt, bij vertrek, blijkt dat Loeki's achterband zacht is. Die pompen we op maar een halve kilometer buiten het dorp blijkt deze weer leeg te zijn. Even wennen aan de nieuwe fiets-samenstelling: even uitzoeken hoe het achterwiel met rem zou moeten worden verwijderd. Bovendien, omdat deze fiets geen snelspanner voor de remmen op het achterwiel heeft, is het lastig het wiel tussen de remblokjes door te halen om een nieuwe binnenband op te leggen. Ik denk op de camping hiervoor even snel een torque-schroevendraaier te halen maar die blijkt niet te passen in het frame. Dan maar voorzichtig de brede band tussen de remmen door gewrongen. Bij het retourneren van het gereedschap blijk ik zelf ook een lekke band te hebben. Deze crash-course Rohloff/Magura/Gates doet ons besluiten het verblijf op deze camping met een dag te verlengen: het is intussen redelijk laat geworden. Omdat het warm is geworden zetten we ook de tarp op. De tijd wordt nuttig besteed: we doen een wasje, bekijken de route voor de komende weken en doen boodschappen. In de pub (“We can't all be stars but we can twinkle”) mogen we onze diepgevroren garnalen tijdelijk bewaren in de diepvries van het restaurant. Tenminste nadat ik begrepen ben: mijn gebitsplaatje maakt me niet altijd even verstaanbaar en de barman verstaat chips in plaats van shrimps. In eerste instantie heeft hij daarom alleen een verbijsterde blik: waarom chips in de diepvriezer? Loeki biedt hulp.
Op de camping schaf ik nog vier bier aan, waarvan er een uit mijn handen valt en spontaan open barst. Ik krijg spontaan gratis een nieuw blikje, maar aangekomen bij de tent blijk ik wederom maar over drie bier te beschikken. Niet mijn beste dag heden. Na het eten koel ik mezelf af door in de rivier te staan, hetgeen voor talloze kleine visjes een reden is aan mijn voeten te knabbelen. Merkwaardig gevoel.
Dinsdag 9 juli Aberfeldy 66.55 – 13.8
Weer een warme dag: de meeste Schotten beginnen nu rood uit te slaan. Vandaag over mooie, rustige binnenwegen gefietst. Al snel na de camping passeren we een man die ons dreigend toespreekt over verschrikkelijke hellingen en afstanden die we zullen moeten afleggen. Dat vialt allemaal, zeker voor het middagmaal, best mee. Onderweg nog een Kleine-Beer-huisje op de foto gezet en daarna via oude spoorbanen omhoog en omlaag met weidse uitzichten. In Killin fraaie watervallen/stroomversnellingen. Iets verderop, na een lunch op een wat minder opgeruimde locatie, twee koffie bij een “Refreshments”-tentje langs de weg. De arme man is juist aan het opruimen omdat hij een dringend telefoontje van thuis had ontvangen maar wil ons nog wel helpen. En daarna in een schitterende, bosachtige omgeving een erg lange afdaling. Hier blijken overigens ook Schotten dol op hekwerken. Waarna vanzelfsprekend een heel steile zigzag helling, gelardeerd met horzels, voorafgegaan door het viaduct van Glen Ogle. 
Lunch in de schaduw van een schuurtje om de Schotse zon te ontlopen en weer dalend naar Kenmore waar we pauzeren op het terras van de gelijknamige oudste inn van Schotland. Hier doen we ook boodschappen in het postkantoor. Het bier zakt in de kuiten en stijgt ons naar het hoofd, maar de camping is eenvoudig bereikbaar. Hetgeen waarschijnlijk betekent dat we morgen weer moeten stijgen. Op de camping wordt stevig gebarbecued zodat we soms onze eigen tent niet meer zien staan vanaf de picknickbank. De zojuist verworven maaltijd blijkt ook zonder magnetron te kunnen worden bereid, waarna we in het dorp de totale verzamelde lokale jeugd op het dorpsplein aanschouwen. Het dorp blijkt gelukkig ook te beschikken over een aangename pub met lokaal bier en Aberfeldy whisky.
Woensdag 10 juli Blair Athol 42.67 – 13.5
Na een stevig ontbijt met verse, warme bacon rolls uit de lokale bakkerij, bewonderende blikken van een motorrijder op onze fietsen en het opsporen van de warden om onze campingplaats te kunnen afrekenen negeren we zoals gewoonlijk de borden die waarschuwen voor een afgesloten weg; de versperring blijkt inderdaad eenvoudig en met toestemming van de wegwerkers passeerbaar. Al snel arriveren we in Pitlochry: een aardige plaats maar vol met toeristen. We nuttigen hier koffie en sandwiches in wat achteraf een nep-pub blijkt te zijn en rollen door naar Blair Atholl. Tevoren bekijken we nog even het bezoekerscentrum van Killiecrankie. Hier is in feite de enige veldslag geleverd waar de Jacobijnse Schotten een overwinning hebben behaald op de Engelsen. De eerste camping is fully booked (geen zwervers gewenst lijkt een betere omschrijving), de volgende blijkt op het terrein van Blair Castle te liggen. Aangenaam ruim na de volgeplande plaatsen van gisteren, landelijk en modern ingericht. Omdat de tent al vroeg staat (half drie) brengen we een bezoek aan de tuinen van het kasteel. Hier een aardige, grote walled garden. De rest van het complex laten we voor wat het is. De warmte maakt de kelen weer dorstig, hetgeen goed uitkomt: de pub met een aangename mogelijkheid tot buiten zitten ligt naast de winkel. Weer zelf goed gekookt en een rustige avond volgemaakt.
Donderdag 11 juli Rothimurchus 92.79 – 14.9
En weer een (heel) warme dag. Bijtijds vertrokken voor wat we verwachten dat een zware dag zal worden, hetgeen wordt bevestigd door een bord waarop fietsers worden gewaarschuwd voor het ontbreken van elke voorziening over een lengte van 30 kilometer, grote hoogte (486 meter) en bedreigende weersomstandigheden. De helling blijkt echter heel geleidelijk te stijgen op een separaat fietspad, gelegen tussen snelweg en spoor en voorzien van prima asfalt. Bij de eerste boterham rijkelijk wilde aardbeitjes gegeten. We brengen een kort bezoek aan de distilleerderij van Dalwhinnie en schaffen ons eerste kleine flesje aan. Juist hiervoor nuttigen we soep en cola in een restaurantje met talloze prenten met afbeeldingen uit Amsterdam aan de muur. De volgende afdaling is erg mooi: 's ochtends door een smal dal langs de Truin, in de middag ontplooien zich vergezichten met sneeuwvelden op de heuveltoppen. Rond vier uur slaat de hitte echt toe en willen we eigenlijk alleen nog zo snel mogelijk een camping bereiken. De eerste camping vraagt £ 24,50 voor een pitch. Dat vind ik echt teveel; na mijn opmerking dat ik de camping niet wil kopen geeft de eigenaar aan dat hij ook niet wil verkopen. Als troost cola bij het aanpalende Italiaans restaurant en door naar de volgende camping. Die blijkt vol/overbooked te zijn, maar na enig aandringen blijven we buiten de boeken, voor £ 20 overigens. Toch maar geaccepteerd omdat we niet de puf hebben naar een volgende locatie 10 kilometer verderop te fietsen. Campings blijken niet altijd goedkoop in Schotland. We krijgen een prachtige plek, op een eilandje, direct aan het water. Eigenlijk de mooiste plek van de hele vakantie. Het opzetten en inruimen van de tent kost ons bijna een heel uur. Later naar Aviemore: eten bij Papa Rock, een grote zaal vol met LP's aan muren en plafonds, dit naast drumstellen en motoren. Omdat de winkels laat open zijn nog wat boodschappen kunnen doen, waarna terug naar de tent. Aangenaam rustig.
Vrijdag 12 juli Craigelachie 63.63 – 15.4
Ontbeten met gebakken eieren: tijd genoeg omdat we pas om 9 uur de sleutel van het toiletgebouw kunnen inleveren. Na een half uurtje bereiken we de afslag naar onze whiskyroute. Hier fietsen we door naar Speysite waar nogal wat distilleerderijen in het dal van de Spey moeten liggen. De eerste 30 kilometer zijn mooi en redelijk geaccidenteerd en vandaag merken we dat na een aantal dagen een temperatuur van 30 graden best wel vermoeiend is. Gelukkig komen we een paar kilometer voor de geplande camping langs de distilleerderij van Johnny Walker. Ook hier kopen we wat miniatuurflesjes en doen een tasting van de duurste flessen die we kunnen vinden (voor 4 pond proeven we whiskys van 300 pond). Aangenaam. Dit, in combinatie met de nog steeds brandende zon, maken de laatste kilometers naar de kampeerplek, waarbij we voortdurend worden gepasseerd door tientallen oude, walmende, hard scheurende oude Ford auto's, wel zwaar. We breiden het inschrijven dan ook uit met de aanschaf van een ijsje en krijgen zo weer energie. Bij de lokale fietsenmaker in Cragtown, die ook koffie verkoopt, krijg ik een torque-sleutel die op onze Magura's past. Op de camping reserveer ik in verband met het weekeinde alvast een plaats voor morgen als we hier terugkomen van ons whisky-rondje. Deze combinatie geeft toch een veilig gevoel. De Smidge die we een paar dagen geleden aanschaften in Killcranchie, blijkt overigens zowel werkzaam tegen midges als vliegen en ander gespuis. Prettig deze avond.
Zaterdag 13 juli Cragtown on Spey 73 
Vanmorgen gewekt door regendruppels op het tentdoek, maar eenmaal op de fiets wordt het snel droog. De distilleerderij van MacAllan is gesloten als we deze passeren, net als de Speyside cooperidge, waar ze per jaar zo'n 900.000 whiskyvaten behandelen. Hier toch maar wat foto's gemaakt. Gemoedelijk voortpeddelend blijkt Glenfiddich wel open. Hier doen we een rondleiding (in ijltempo overigens, het is hier een rondleidingsfabriek), gevolgd door een ruime tasting. De ronde is nu bijna afgesloten maar voor we op de gisteren al gereserveerde camping zullen aankomen blijken we nog 250 meter te moeten stijgen, met eerst een afdaling van 20% en vervolgens een helling van 13%, vervolgd door een kilometers lange klim. Het uitzicht is wel schitterend. De zuid-hellingen beginnen langzaam paars te kleuren van de heide. Mooi in combinatie met de volop bloeiende gele brem. We zien ook veel kale toppen en kijken ver weg in weglopende dalen. De laatste kilometers naar de camping zijn geweldig in één grote afdaling. Het plaatsje voor de tent is net groot genoeg om tent, scheerlijnen en haringen te kunnen bevatten en ligt zowat in de overvolle, lawaaierige speeltuin en direct naast de niet geluidgedempte generator van de friettent. Bovendien moet iedereen die zich over het campingterrein beweegt langs onze tent lijkt het. Het avondmaal (burger en frites) blijkt bijna eetbaar. Niet zo'n aanrader derhalve.
Zondag 14 juli Inverness 71
Zonnig weer Een normale fietsdag, met uitzondering van het steenpad dat in feite waarschijnlijk niet voor fietsers is bedoeld (Carr-trail). We bezoeken de distilleerderij van Tomatin, die op zondag geen rondleiding doet maar tot onze vreugde wel een tasting. We blijven daarna omhoog gaan met een echte pas (inclusief bord) als beloning. Het landschap verandert, wordt ruiger. Kort voor Inverness bezoeken we nog het slagveld bij Culloden, waar de Engelsen de Schotten
definitief onderwerpen (in de pan hakken) en waar, volgens de National Trust, de Europese en wereldgeschiedenis werd herschreven. De uiteindelijke afdaling naar Inverness geeft een werkelijk schitterend uitzicht over zee, Inverness en het land aan de overzijde van de Firth. Inverness zelf maakt een uitgestrekte, triestige indruk. De stadscamping blijkt over een bijna leeg tentenveld te beschikken. Hier zien we weer een Rollend Hotel: een bus met als aanhanger slaapplaatsen voor al die mensen, boven en dicht naast elkaar. Na het avondeten op zoek naar een pub. Die kunnen we niet vinden maar als we een rondje langs het sportveld lopen wijst iemand ons de weg. Blijkbaar niet goed genoeg, we vinden nog niets, maar even later haalt de man ons per auto in en zet ons voor de deur af. 's Nachts is het rustig, het enig geluid komt van de generatoren van het naastgelegen zwembad.
Maandag 15 juli Inverness 15 
 Uitgeslapen. Bewolkt. Tegen de middag fietsen we door het park naar de stad waar we wat ronddwalen. We bezoeken de kasteelheuvel (nu de rechtbank), lopen door de winkelstraten waar voornamelijk kilts en souvenirs worden verkocht, verbazen ons over het grote aantal gesloten kerken, bezoeken de kerken die wel open zijn en drinken hier de eerste goede koffie van de vakantie. We lunchen achter de kathedraal: een mooie, stille locatie. Op het station boeken we alvast kaartjes voor het traject Oban-Edinburgh; in de voorverkoop zijn treinkaartjes aanzienlijk goedkoper en we moeten tijdig plaatsen voor onze fietsen reserveren. Zoals gebruikelijk belanden we weer in een kroeg. Terug op de camping schijnt de zon. 's Avonds houden we ons aan de aanbevelingen van de Rough Guide: we eten bij het aanbevolen Indiaas restaurant Radja (eten goed, koffie dagen geleden gezet) en luisteren in de Hootenannybar onder het genot van lokale bieren naar live muziek. Overigens zijn de bieren beter dan de muziek.
Dinsdag 16 juli Fort Augustus 58
Onder een felle zon al vroeg op weg. Al snel bereiken we Loch Ness, waar we volgens passanten geluk hebben met de wind: het kan hier vreselijk stormen en dan is fietsen bijna onmogelijk. In Dores moeten we een kwartier wachten voor de inn open gaat om koffie en cake te nuttigen zodat we nog even op zoek kunnen naar Nessie. Hierna weer omhoog, omzwermd door wolken plakkerige vliegen. Bij de watervallen van Foyers lunchen we en ontdekken en passant een gebroken spaak in mijn achterwiel. Geen idee hoe lang die al kapot is, maar het fietsen gaat nog prima. De stijging naar het hoogste punt van de hele route gaat goed, hoewel de tegenwind heftig weerstand blijft bieden. Boven zoals immer een fantastisch uitzicht; door de voortdurende wind is de lucht altijd helder. Wegwaaiend dalen we naar Loch Turff, het zoetwaterreservoir voor onze eindbestemming, Fort Augustus. Ook hier een groot kampeerveld voor wandelaars en fietsers. En kanovaarders zal even later blijken: het blijkt zo hard te hebben gewaaid dat het niet verantwoord was vandaag per kano over Loch Ness te varen. In Fort Augustus zelf herkent Loeki het sluizencomplex van het bezoek met haar ouders. We eten bij de tent en schrijven daarna in de door de Rough Guide aangeprezen Lock Inn eindelijk de kaarten die we al tijdenlang in onze tas hebben meegesleurd. Hetgeen resulteert in een nacht waarin we vaak de tent uit moeten.
Woensdag 17 juli Fort William 56
Vanmorgen zon, maar de wind is gebleven. Bij het vertrek bekijken we uitgebreid het sluizencomplex. Al snel komen de wolken op en wordt de dag grijs met zo nu en dan een drizzle. We fietsen weer de hele dag langs water; eerst het laatste stuk van het Caledonisch kanaal, dan Loch Lochry waar het asfalt wordt vervangen door andere verharding: gravel en zand en later steenslag met kuilen. Bij de sluizen is het verschil tussen kapitale zeiljachten en huurboten duidelijk zichtbaar; de sterke wind maakt het afhandelen van deze boten in de sluis tot een vermakelijk avontuur voor sluiswachter en kijkers. Het beeld onderweg is zoals ik me Schotland had voorgesteld: grijze meren met zilveren licht en heuvels in dezelfde tinten. Onderweg voorzien we nog een tweetal uitgeputte wandelaars van koffie. Het laatste deel van de tocht is dermate slecht dat we weinig van het landschap meekrijgen. Op weg naar de camping blijkt Fort William omgeven door een web van (smalle) snelwegen, waarop nogal wat agressieve automobilisten. Erg onprettig. De camping aan de voet van de Ben Nevis is groot, herbergt eindelijk eens een groot aantal tenten in plaats van sleur- en vaste hutten, met een winkel die is voorzien van een groot aantal lokale bieren. We hoeven ons fraaie plekje voorlopig niet te verlaten. Wel koelt het in de loop van de avond behoorlijk af. Opmerkelijk: er komt iemand voorbij strompelen: het blijkt een Fransman te zijn die de West Highland Way in drie dagen en 2 uur (18 uur per dag) heeft gelopen: “I have a lot of energy”. Iets meer dan de zeven die wijzelf indertijd gebruikten. Morgen wil hij toch de Ben Nevis op. Maar in het strompelen is hij niet alleen: veel mensen op de camping lopen moeilijk.
Donderdag 18 juli Fort William 11
De dag begint koel maar aan het einde van de middag begint de zon te schijnen. Bij het ontbijt ontdekt een roodborstje onze eettafel als picknickplek: hij is tot op 50 centimeter benaderbaar. En schuwt toeschouwers niet. Een appelvinkje even later vertoont hetzelfde gedrag. Vandaag staat de reparatie van de gebroken spaak in mijn achterwiel primair, nadat we het Ben Nevis bezoekerscentrum hebben bezocht. Niet dat wij omhoog willen overigens. De eerste fietsenmaker heeft geen tijd, Nevis Bikes gelukkig wel en ik besluit ook maar een reservespaak mee te nemen. Mijn spaken worden niet geacht te breken maar dit lijkt me daar een prima verzekering voor. Overdag zijn we in Fort William dat voornamelijk lijkt te bestaan uit een hoofdstraat met uitsluitend winkels en eet- en drinkgelegenheden en daarbuiten voornamelijk B&B's. Niet echt boeiend, maar er zijn wel heel veel wandelaars. We bezoeken het West Highland Museum, dat zich blijkt te concentreren op de militaire geschiedenis van de streek (de Engelse commando's werden hier opgeleid) en dagelijkse gebruiksvoorwerpen in een wat onoverzichtelijk pand. Wel een fraaie pub met een van de mooiste namen van de tocht: The Grog and the Gruel. Gen idee wat het betekent, maar het klinkt wel lekker. Terug op de camping wachten we tot de Ben Nevis zich van de bewolking wil ontdoen, hetgeen rond zes uur gebeurt. Dan blijkt pas echt hoe mooi deze camping is gelegen.
Vrijdag 19 juli Kinlochleven 42,4
Vanmorgen is de tent drijfnat van de dauw, een aankondiging van mooi weer. Hetgeen waar blijkt: als we rond negen uur vertrekken is de tent bijna droog. We zijn veel te vroeg bij het veer naar de overkant, maar durven het risico niet te lopen later te gaan omdat de oversteek maar drie keer per dag wordt gemaakt. Na de overtocht van bijna 10 minuten geraken we snel aan thee en cake, met vanaf het terras vrij uitzicht op de Ben Nevis, die zich naarmate het zicht steeds helderder wordt steeds duidelijker uit troont boven de omringende lagere heuvels. Na veel foto's te hebben gemaakt in het prachtige gebied rond Inverscaddle Bay zien we hier ook dolfijnen/tuimelaars op- en neerduiken. In de laatste seconden bereiken we het veer bij Corran waar de veerman even geduld heeft met vertrekken als hij mij in de verte ziet zwaaien. Lof voor deze man. Hierna fietsen we tot aan North Ballachulish op het trottoir van de A82; verschrikkelijk druk en we moeten soms even stoppen om iets van het mooie landschap te kunnen waarnemen. Omdat we ruim in de tijd zitten besluiten we om te rijden via Kinlochleven, een omweg waar we geen spijt van zullen krijgen. Dit stuk van de route is eenvoudigweg schitterend. We weten soms niet waar eerst te kijken op deze tocht over de oevers van Loch Leven. De camping blijkt enigszins aangepast sinds Jan, Gert en ik hier waren. Zo zijn er hutten beschikbaar voor passanten. Ik laat mezelf nogmaals fotograferen voor de muurschildering van de WHW-route binnen en stuur die naar mijn oude wandelvrienden. We eten in het dorp omdat we geen winkel kunnen vinden (de volgende dag wel overigens). De rust op de camping verdwijnt als een grote groep tieners op de camping wordt losgelaten.
Zaterdag 20 juli Benderloch 58
De hele nacht een teringherrie. Hetgeen erin resulteert dat de groep van de camping wordt verwijderd (“The adults did not take their responsability”) en wij het geld van de overnachting terugkrijgen. Overigens blijkt het hier bestelde ontbijt te bestaan uit één broodje per persoon. Voor 3 pond. Nadat we later zijn vertrokken dan gewend vervolgen we onze tocht aan de zuidzijde van het Loch, na in de toch ontdekte winkel alvast inkopen te hebben gedaan en in de aanpalende souvenirshop Oeteldonkse attributen te hebben aangetroffen. Halverwege is er een uitzichtpunt dat alleen kan worden geroemd: het hele meer in een oogopslag: fraai. Later volgen we de N78 die direct langs de kust loopt; het uitzicht blijft derhalve mooi. De kleuren van vandaag: weer paars van de heide op de zuid-hellingen en de alom aanwezige digitalis. Bij Appin lessen we onze dorst op een aangenaam terras en brengen uitgebreid Castle Stalker in beeld: en klassiek kasteel: een toren op een eiland. We zijn in dit hete weer blij tijdig op de camping te arriveren en omdat we vroeg zijn hebben we een eersterangs plaats met vrij uitzicht op schapen en Ardmucknish Bay. Later zal overigens blijken dat de camping over wel erg weinig sanitair beschikt: de wachtrijen voor de beide douches kunnen aardig oplopen. Ondanks onze inkopen besluiten we Fish and chips te gaan eten in een award winning tentje verderop. We blijken niet de enigen en de wachttijd loopt op tot drie kwartier, hetgeen hier blijkbaar niemand verwondert. Niet helemaal duidelijk overigens welke awards hier zijn gewonnen. Na nog een kort bezoek aan het strand duiken we op tijd ons bed in na de vorige rumoerige nacht.
Zondag 21 juli Oban 19
We maken geen haast, nuttigen een goed ontbijt en breken tent en tarp zonder enige haast af. Op de brug bij Connell kijken we nog even naar de stroomversnelling eronder, waarna we onze weg vervolgen door een elegisch landschap, sterk golvend en helemaal verlaten onder een brandende zon. Het laatste stuk omhoog doet Loeki bijna smelten, maar gelukkig kunnen we even bijkomen te midden van een kaboutervolkje bij Roseview House waar we, dankzij een cachelocatie, ook een weids uitzicht hebben op de voor de kust gelegen eilanden. De afdaling naar Oban gaat snel, maar de camping blijkt weer op een hoogte te liggen en is lastig te bereiken. We blijven hier twee nachten en betalen daarvoor £ 40. Omdat we vroeg gearriveerd zijn doen we een machinale was/droog-handeling. De mevrouw van de camping is gelukkig bereid haar eigen boodschappenlijst uit te breiden met brood en bier voor ons en de avondmaaltijd van gisteren is nog niet gebruikt. Mooie camping overigens, al is er op ons plekje geen meter recht. Omdat we vroeg in de schaduw verdwijnen (wel prettig met dit weer overigens), dineren we op het hoogste plekje van de camping en hebben zo een meal with a view.
Maandag 22 juli Oban 7
Vannacht een stevige wind maar de tarp houdt zich prima. Wel goed dat we hier enigszins in de luwte staan. Uitgeslapen en rustig, uitgebreid ontbeten waardoor we eerst rond half twaalf naar Oban afreizen. We bekijken het stationnetje waar we de volgende dag vertrekken, wandelen langs de kade, volgen een rondleiding door de distilleerderij. Niet zo groot als de vorige, maar een leuke tour , prima tasting en gratis drum. Lekker, we ruiken en proeven onder andere casked strength Oban. Lunch met schelpdieren aan een stalletje, bestijgen McCaig's Tower, een soort folly met erg mooi uitzicht over stad
en baai. De kathedraal, een grote, sombere klomp steen wordt nog bezichtigd waarna we de lokale brouwerij bezoeken en ook hier wat vis wegwerken; Oban is per slot van zake niet voor niets het centrum van seafood. De vis is dan ook beter dan het saaie bier. Op weg naar de tent doen we inkopen bij Tesco: erg groot en 18 uur per dag geopend. Op de camping blijkt een van de blikjes Old Specled Hen spontaan te zijn opengebarsten en alles in de tas, inclusief passen en pasjes, te hebben voorzien van een bier-odeur. Wassen en drogen dus; gelukkig werkt het weer mee, maar ik ben ruim een uur bezig alvorens over te gaan tot het nuttigen van een Salade Niçoise, rijkelijk gevuld met verse garnalen en zalm. Door de wind geen last van midges.
Dinsdag 23 juli Edinburgh 16
Wat een rustige camping: het enige geluid is het waaien van de wind. Laat opgestaan en op het gemak afgebroken en ingepakt. Toch zijn we tegen 11 uur bij het station, waar we nog ruim twee uur moeten wachten voor de trein vertrekt. Na een uur begint het te regenen en er is eigenlijk geen schuilplaats.
Hoewel de trein klaarstaat mogen we pas 15 minuten voor vertrek instappen. Eenmaal gezeten blijkt dat de fietsen aan het achterwiel moeten worden opgehangen zodat alles moet worden omgepakt.In plaats van 4 uur rustig te kunnen lezen krijgen we Georgina, een oudere dame die graag praat, met name over haar dyslectische zoon etc. We arriveren keurig op tijd in Glasgow en hebben een nette overstap. In Edinburgh blijken de liften eigenlijk te klein voor fietsen zodat we wat trucjes moeten uithalen om boven te komen. De camping is nog een flink stuk verder fietsen en bevindt zich boven op een van de vele heuvels in en rond Edinburgh; een zwaar ritje na een dag stilzitten. Op de camping (£ 22 per nacht!) krijgen we na klagen een betere plaats toegewezen dan de oorspronkelijk toegewezen gloomy plaats naast de ingang. Na het terugvinden van een verdwaalde Loeki kunnen we nog net boodschappen doen voor de campingwinkel sluit. Dankzij de tarp kunnen we droog koken en eten.
Woensdag 24 juli Edinburgh
Uitgeslapen en daarna met de bus naar Edinburgh, een reis van ruim een half uur. Wat rondgedwaald door de straten parallel aan Princess Street en ons verbaasd over het grote aantal pubs. Die verbazing zal de komende dagen blijven: de keuze is royaal. Bij het VVV een kelderwandeling geboekt en over een deel van de Royal Mile gelopen. De tour blijkt te gaan door de gewelven van South Bridge, oorspronkelijk bedoeld als opslag- en werkruimte maar later in gebruik genomen voor werkelijk alles, variërend van illegale pubs tot opslag van gestolen lijken; een leuke rondleiding. In haar inleiding gaat de gids in op de levensomstandigheden in het oude Edinburgh waar arm en rijk noodgedwongen door elkaar woonden en waar iedereen de “bucket of nastiness” gewoon uit het raam kieperde, hoe hoog ook. Mooie verhalen dus. Tijdens onze zoektocht naar lokale bieren raken we in gesprek met een taxichauffeur die fraai weet te verhalen over zijn rondzwervingen door Israël en Egypte in de jaren 70. Gegeten (redelijk goed in redelijk kleine porties) en op aanraden van onze Rough Guide terecht gekomen in een voormalig bankgebouw dat is omgebouwd tot grote pub: The Last Standing Order. Mooi, gezellig en zoals gebruikelijk, in tegenstelling tot de horeca in Nederland, erg rustig. 's-Middags waren we overigens al in The Last Drop, met uitzicht op de voormalige galg. De terugweg neemt nogal wat tijd in beslag (ver lopen) omdat de busroute was omgeleid ten gevolge van de aanleg van een nieuwe tramlijn. Eigenaardig om iemand oneindig traag cement tussen stenen te zien gieten uit een grote plastic plantengieter. Hij heeft waarschijnlijk geen haast.
Donderdag 25 juli Edinburgh
Weer uitgeslapen en rustig ontbeten na eerst om 5 uur te zijn gewekt door opgewekt terugkerende campinggasten. Besloten er een zwerfdag van te maken, hetgeen al snel resulteert in een zeer machtige chocoladetaart, al dan niet voorzien van warme custard, de aanschaf van veel magneetjes en een blije Chinees die wel handel ziet in Loeki's Snoopy-verzamel-hobby.
Op weg naar het koninklijk verblijf in Schotland (Holyrood House) passeren we Canongate Kirk, waar we hartelijk worden geholpen. Mooie kerk in lichtblauw en wit, fraai versierd en met vaste plaatsen voor de koninklijke familie en personeel. Het Schots parlement en koninklijk kasteel bekijken we alleen uitwendig. Edinburgh Castle wordt juist gesloten als we daar arriveren. Boodschappen voor het avondmaal en terug naar de tent. Mooi meegenomen is dat de regen van de ochtend in de loop van de dag plaats maakt voor zo nu en dan zon waardoor de jassen weer uit kunnen. 
Vrijdag 26 juli Edinburgh
Uitgeslapen, alweer dus; we beginnen er bijna aan te wennen, maar voorlopig lijkt dit toch de laatste keer te zijn. Zonder jas naar Edinburgh, eerst naar Calton Hill. Hier een fantastisch uitzicht over de stad en de monding van de Firth. Omdat het helder weer is kunnen we erg ver kijken en zijn de kleuren erg mooi: zilver, licht blauw, met mooie schaduwen en wolken. De hele stad ligt hier aan je voeten. Nog mooier vanaf Nelson Monument, 170 treden hoger, waarbij je het vulkaangebied van Edinburgh duidelijk als zodanig herkent. Daarna wandelen we naar het Schots Nationaal Museum waar ze over en verrassend grote collectie Nederlandse meesters blijken te beschikken.
De Schotse kunst zelf lijkt ons een slag minder interessant. Daarom met de gratis museumbus naar de moderne afdelingen van het museum. De collecties zijn hier deels aardig, deels minder. Na het bezoek lopen we terug naar Princess Street (de dag was tot dan toe te druk om meer dan 1 koffie te drinken) waarna we na een bier terugkeren naar de camping in dezelfde tijd als ik nodig heb om van 's-Hertogenbosch naar Utrecht te komen. De enige (stort)bui van vandaag valt op het moment dat wij in het museum zijn, voor de rest een zonnige dag. Wat ons tot nu toe opvalt is de grote hoeveelheid kleine winkeltjes, het negeren van verkeerslichten door voetgangers, de onvoorstelbare hoeveelheid bussen, het gebruik van de geparkeerde auto als eetkamer of leeszaal en de slechte toestand van het asfalt.
Zaterdag 27 juli Innerleithen 52 – 13.5
Op tijd en met zon vertrokken. Vergeten foto van de camping te maken blijkt achteraf. De eerste 35 kilometer gaan we omhoog, met steeds mooiere en verdere uitzichten over Edinburgh en omgeving, daarna hoeven we 6 kilometer niet te trappen. Na golvende korenvelden en eindeloze weides rijden we over een weg die van het ene dal in het andere voert, bijna zonder bebouwing of andere tekenen van leven, omgeven door zacht glooiende hellingen die hoog boven ons reiken. Kleuren van de dag: wit van spirea, paars van wilgenroosjes, groen van gras en bruin en grijs van rotsen. Tijdig aangekomen in Innerleithen (£ 11, inclusief douchemunt) komen we weer de fietsende Amerikaan tegen die we onderweg ook al even spraken. De rust op de camping is snel over als er een aantal kanovaarders met 8 kleine kinderen een plaats vinden tegenover en naast onze tent. Na een stortbui, waarbij blijkt dat door een uit-stekende tas het water vanaf de tent naar binnen wordt geleid, gaan we het dorp in. Een bier in een verlopen(?) hotel, prima pizza in een restaurant waar ze “understaffed” zijn (een understatement: latere gasten worden heengezonden): Fiko's Bistro, op de camping nog een bier en whisky en tijdig slapen. De kinderen worden stil, hun ouders ook en de nachtrust daalt over ons neer.
Zondag 28 juli Melrose (again) 29.69 – 14.8
Vannacht/gisteravond: stevig onweer en fikse regen. Die laatste zal niet stoppen voor drie uur in de middag. Vol goede moed vertrokken over dezelfde weg die we op de heenweg ook al bereden besluiten we in Melrose niet verder te fietsen: het is gewoon niet leuk. We hebben tijd genoeg en om voortdurend in de stromende regen te fietsen is niet zo aangenaam. Omdat we, verzopen als we zijn, eerst koffie en cake nuttigen arriveren we precies op tijd op de camping om plaats te mogen nemen: dezelfde als een paar weken eerder. Het duurt even voor de binnentent droog is, waarna we boodschappen doen in het dorp. We treffen op de camping een Nederlands paar dat ons vertelt dat Lizzard Lane, de camping in Tynemouth, in tegenstelling tot de vermeldingen op internet, wel tenten opneemt. Goed nieuws dus. En we bezoeken Melrose Abbey. Altijd weer geweldig hoe in dit land ruïnes kunnen worden bewaard als parken.
Maandag 29 juli Wooler 72.95 – 14.9
Vanmorgen wat later weg omdat buurman Gordon nog een praatje komt maken. Helaas veroorzaakt dit ook dat onze tent net niet droog wordt ingepakt. Op de terugweg naar Kelso herinneren we ons soms punten van de heenreis, bijvoorbeeld Scott's view, waar we nu wel zicht hebben. Na Kelso, waar we nog een gasblik voor de brander kunnen scoren, geeft de rugwind ons vleugels. In de middaguren begint het te stortregenen waarbij beekjes van de hellingen stromen. We zijn dan ook blij te kunnen aanleggen bij een herberg waar we net zo lang blijven tot buiten de zon weer schijnt. Kort hierna beginnen we aan onze eigen route en volgen de Penine Cycleway die ons door Northumberland National Park zal voeren, in eerste instantie mooi en glooiend. Door onze gedwongen stop zijn we pas laat op de camping (Riverside, £ 11 ), maar we slagen erin nog voor zonsondergang onze warme maaltijd te nuttigen op deze typisch Engelse camping. De sterke wind koelt flink af, hoewel de meeste campinggasten daar weinig erg in schijnen te hebben.
Dinsdag 30 juli Alwinton 41 – 8.5
Met een droge tent vertrokken. Vrijwel direct na de camping een heftige klim, waarvan wij denken dat het een van de weinige zal zijn. Sommige ideeën blijken echter niet bewaarheid te worden: dit wordt de zwaarste fietsdag van de hele vakantie, zie ook het daggemiddelde van 8,5 kilometer. In de eerste twee uur deden we 7,5 kilometer. Vandaag is het de dag van de 4½ vordes: de eerste is doorwaadbaar, de tweede niet, de derde niet, de vierde niet (achteraf wel toen ik er doorheen ben gewandeld, maar dit bruggetje was wel erg eenvoudig te nemen) en de laatste is zo klein dat Loeki hem niet eens heeft gezien. Het pad door de glooiende weilanden varieert van heel erg slecht tot niet bestaand: modderhellingen vol rolstenen, volkomen door landbouwwerktuigen en fourwheel drives kapotgereden wegen, sommige zelfs met de fiets aan de hand amper te begaan. Bovendien is de tegenwind zo sterk dat alleen op de steilste dalingen we niet hoeven mee te trappen. Het laatste stuk voor de camping bestaat uit een weiland waar we zelf min of meer de richting moeten bepalen, gevolgd door een steile afdaling van uitsluitend los materiaal. De route loopt hierna verder over de camping. Vervelend is wel dat we de hele dag geen winkel of wat dan ook zijn tegengekomen. Avondeten doen we derhalve in het hotel waarbij de camping hoort, tezamen met een Duits koppel dat dezelfde problemen met het wegdek ondervindt als wij. Omdat ze langere dagafstanden hebben gepland voor de rest van hun vakantie zullen ze hun plannen moeten aanpassen, altijd een vervelend moment.
Woensdag 31 juli Bellingham 42.99 – 12.7
Bijschrift toevoegen
Op deze feestdag ontwaakt met een aangename zon: een goed begin derhalve. Het gereserveerde full English breakfast sluit daarbij aan: naast de aangevraagde bloemen een felicitatiekaart en een fles Belgische bubbels: met de complimenten van het huis. Erg aardig. De route van vandaag is weer heuvelachtig, soms zelfs heel steil, maar veel beter te doen dan gisteren door een aanzienlijk beter wegdek. In Elsom koffie en cake en een aardig dertiende-eeuws kerkje, lunch in Woodburn. Hierna zijn we snel op de camping in Bellingham, waar de prijs voor twee overnachtingen na een kwartiertje spelen met de computer zakt van 54 naar 27 pond. We zetten de tent op aan de rand van het veld, waarna we in het dorp onze trouwdag afsluiten in een (waarom?) aanbevolen restaurant. Helaas begint het eerst langzaam te regenen, later harder en harder. Uiteindelijk komen we drijfnat terug op de camping waar zich een riviertje door onze tent blijkt te hebben gevormd. Gelukkig is alles droog gebleven, met uitzondering van de was die nog buiten hing.
Donderdag 1 augustus Bellingham
Uitgeslapen, was in de droogtrommel, tent verplaatst (“This is the fastest removal I ever saw”), plaats op de camping Lizzard Lane gereserveerd, ontbeten en de route voor morgen bepaald. In het dorp blijkt de ATM van de bank al enkele dagen buiten gebruik en in het postkantoor worden onze Nederlandse betaal/creditkaarten niet herkend. We bezoeken het graf van Langpack en schaffen ons de bijbehorende ballade aan, drinken thee op het voormalig station in een oude wagon, doen wat boodschappen en doen de rest van de dag niets op de camping, een en ander onder een warme hemel. Thuis lijkt het verschrikkelijk warm te worden, hier hebben we het beter. Vanavond blijkt bij het opruimen van mijn tas overigens dat DFDS denkt dat wij vandaag naar huis zouden varen, terwijl ik dacht dat dat pas komende maandag zou zijn.
Vrijdag 2 augustus Newton 63 – 13.5
En weer met een droge tent weg, na eerst de terugreis te hebben geboekt voor komende maandag. Die blijkt duurder dan het retourtje dat we eerder kochten, maar we kunnen ons nu aan onze planning houden; bovendien merken we dat we de (klein)kinderen toch wel weer graag zouden willen zien. We volgen nu de Reivers fietsroute: Reivers waren schurken in de grensstreek en we begrijpen nu waarom ze zo onvatbaar waren: veel kleine kronkelpaadjes, geen meter horizontaal maar wel met mooie uitzichtpunten. De talloze veehekken zullen er in die tijd nog wel niet hebben gestaan.
Onderweg passeren we midden in nergens een kerkje bovenop een heuveltje, gebouwd op Saksische fundamenten, waar nog elke 14 dagen een dienst is. Voor wie vragen we ons af? Omdat we vroeg onze tent hebben opgezet fietsen we eerst naar het naburige Corridge, waar we wel geld kunnen tappen, brood kunnen kopen en op een aangenaam terras kunnen plaatsnemen. Terug op de camping (Wellhouse Farm, £ 12) blijken de inmiddels gearriveerde buren van muziek te houden. Het zijn overigens aardige mensen die ons kunnen wijzen hoe we bij de Duke of Wellington in Newton kunnen komen, een inn die ons onderweg als veelbelovend is aangeraden. We negeren hun bezwaren over afstand en hellingen, terecht blijkt later, maar eenmaal aangekomen blijkt het uitzicht hier beter dan de sfeer: het is meer een posh restaurant dan een pub. Na een enkel bier aanvaarden we derhalve de terugreis naar de camping waar inmiddels de rust is weergekeerd.
Zaterdag 3 augustus South Shields 60.1 – 14.3
Vanmorgen de tent uitgebrand. Eenmaal onderweg lijkt het weer om te slaan maar uiteindelijk behouden we de traditionele zonnige dag met stevige tegenwind. Al snel belanden we op bekend terrein: de Hadrian Wall fietsroute. Dan blijkt hoe lang beelden in het geheugen blijven opgeslagen: beiden herkennen we menig punt waar we in 2008 langs fietsten. We drinken koffie bij de brug in Ovingham en even later bezoeken we eindelijk het geboortehuis van George
Stevenson (een kamer in een vierkamer/vierfamilie-woning). Leuk, met een aardige dame die prima kan vertellen over de tijd van Stevenson en dat kan doortrekken naar het heden. Ik schaf wat boekwerkjes aan over Stevenson, spoorwegen en de invloed van de ontwikkeling van het stoomwezen en de invloed hiervan op de toenmalige samenleving; techniek moet worden beschreven door Engelsen. Hierna zijn we snel in Newcastle, vanwaar het nog ruim een uur fietsen is naar de camping. Die is in de afgelopen periode wel veranderd (verbeterd). De prijs overigens ook: £20 per nacht. Gelukkig hoeven we niet op het schuine tentenveldje plaats te nemen. Ik zet de tent vast met stormlijnen: de wind waait voort. Daarna naar de Marshden Inn: hier is, op het personeel na, niets veranderd. Na afloop nog even het strand onder de camping op. Erg mooi hier met kalkrotsen in een ondergaande zon. 

Zondag 4 augustus South Shields
Prima geslapen, met uitzondering van een periode waarin drie mannen terugkomen uit de kroeg en er een fantastisch over zijn nek ging, waarvan ik de meeste details wel meekrijg. Wakker geworden met zon. Omdat de bus naar Newcastle op zondag niet rijdt besluiten we een wandeling over de rotsen langs de kust te maken, waarbij we genieten van fraaie uitzichten op al dan niet afbrokkelende rotsen. De gedachte komt op dat over enkele millennia Engeland wellicht volledig in zee zal zijn gespoeld. We bekijken de vuurtoren en brengen daarna enkele uren door aan de Wherry, een uiterst mooi en
rustig strand, waar we kijken hoe de vloed binnenrolt. Op de terugweg blijven we nog even hangen bij een vliegerfestival en doen inkopen voor het avondmaal bij een Indiër die naar het lijkt de hele week de hele dag open is: vanavond eten we chicken tikka massala uit een kant-en-klaar-pak. Als we terug zijn op de camping blijken bijna alle tenten te zijn vertrokken: erg rustig derhalve. Na het avondeten nog even terug naar het strand, een whisky in de tent (de strandpub is al gesloten) en naar bed. Om half 10 begint het te regenen.
Maandag 5 augustus Noordzee 12.43 – 12.5
Het is sinds gisteravond niet meer droog geweest. Omdat we geen enkele haast hebben breken we eerst de binnentent af en pakken onze tassen voor de laatste keer in zodat we ruim kunnen zitten.
De vijf weken zijn omgevlogen maar het zal ook goed zijn alle vrienden, familie en bekenden weer te zien. Rond half een neemt de regen af en breken we de tent af. Bij de Pride of Tyne, het overzetveer, ontmoeten we de fietsenbouwers van Havok, van wie we de zelfgebouwde ATB's bewonderen. Zij geven ons het adres van een goede Fish and chips-gelegenheid (The Waterfront): een schot in de roos. Aangekomen bij de ferry mogen we al snel aan boord: het personeel krijgt medelijden met ons omdat we in de stromende regen staan te wachten. Vrij snel na de afvaart duiken we onze cabine in om de meegenomen sandwiches te nuttigen en zeer tijdig te gaan slapen.
Dinsdag 6 augustus Thuis 30.48 -16.8
De terugreis verloopt als verwacht. Na ons eigen ontbijt mogen we al snel van boord. De 30 kilometer naar Amsterdam hebben we de wind voornamelijk in de rug en zo zijn we tijdig op het station in Amsterdam. Voor de fietsen is 10 minuten later plaats in de trein waardoor om goed 1 uur thuis het grote uitpakken kan beginnen.

Geen opmerkingen: